De bedrijvigheid in de Duitse dienstensector stabiliseerde in maart en maakte daarmee een einde aan een reeks van vijf maanden van krimpende bedrijvigheid, zo bleek donderdag uit een enquête.

De definitieve HCOB Purchasing Managers' Index (PMI) voor de dienstensector steeg van 48,3 in februari naar 50,1 in maart, net boven de grens van 50,0 die groei van krimp scheidt.

"Over het algemeen speelt de dienstensector een stabiliserende rol in de bredere economie," zei Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij Hamburg Commercial Bank. "Het is echter onwaarschijnlijk dat dit voldoende is om nog een kwartaal van dalend BBP aan het begin van dit jaar af te wenden."

Bedrijven in de dienstensector worden steeds optimistischer over de vooruitzichten, met bedrijfsverwachtingen die hun hoogste niveau hebben bereikt sinds februari 2022, vóór de invasie van Rusland in Oekraïne.

Er was ook een aanhoudende banengroei onder dienstverleners te midden van berichten over strategische aanwervingen, aldus het rapport.

"Het is duidelijk dat bedrijven ervan uitgaan dat de toekomstige werkbelasting de huidige personeelsuitbreiding zal rechtvaardigen," zei de la Rubia.

De loondruk bleef de kosten van bedrijven opdrijven, maar het inflatiepercentage van zowel de inputprijzen als de outputkosten vertraagde merkbaar ten opzichte van de vorige maand.

De samengestelde PMI-index, die de dienstensector en de verwerkende industrie omvat, steeg van 46,3 in februari naar het hoogste punt in vier maanden: 47,7 in maart.

De stijging van de index was voornamelijk te danken aan de stabilisatie van de dienstenactiviteit en in mindere mate aan een langzamere daling van de productie in de verwerkende industrie, aldus het rapport. (Verslaggeving door Maria Martinez; Bewerking door Hugh Lawson)