Toyota Motor Corp verlaagt zijn wereldwijde productiedoelstelling in april tot 750.000 voertuigen, een daling met 150.000 ten opzichte van een eerder plan, zei de autofabrikant op donderdag, nu een tekort aan halfgeleiders en de COVID-19 pandemie in zijn plannen bijten.

Het nieuws komt ongeveer een week nadat Toyota had gezegd dat het de binnenlandse productie in de maanden april, mei en juni met maximaal 20% zou terugschroeven om de druk op de leveranciers te verlichten die met tekorten aan chips en andere onderdelen te kampen hebben.

"Het is nog steeds moeilijk om de situatie enkele maanden vooruit te voorzien, en er is een mogelijkheid dat het huidige plan naar beneden zal worden bijgesteld," zei het bedrijf in een verklaring.

De gemiddelde maandelijkse wereldwijde productie voor de periode van april tot juni zou ongeveer 800.000 bedragen, voegde Toyota eraan toe.

Haar wereldwijde autoproductie zal in mei met 10% en in juni met 5% dalen ten opzichte van eerdere ramingen aan het begin van het jaar, zei Toyota-topman Kazunari Kumakura.

De tekorten hebben de autofabrikant ertoe gebracht herhaaldelijk zijn productieplan te wijzigen, wat de leveranciers frustreert en president Akio Toyoda ertoe aanzette de periode van april tot juni een "opzettelijke afkoelingsperiode" te noemen.

Afgezien van het aanhoudende tekort aan chips, staat Toyota voor een aantal uitdagingen.

Door het verbod op COVID-19 werd het gedwongen een joint venture met de Chinese FAW Group in de noordoostelijke stad Changchun op te schorten.

De autofabrikant noemde ook logistieke hinderpalen voor de opschorting van een fabriek in Rusland, te midden van de politieke onzekerheid die is ontstaan door de inval in Oekraïne, die Rusland een speciale operatie noemt.

Deze factoren waren niet terug te vinden in het globale productieplan voor april-juni, zei Kumakura, die eraan toevoegde dat Toyota weliswaar nog geen specifieke gevolgen van de Oekraïne-crisis had ondervonden, maar dat het de risico's op korte en lange termijn zou onderzoeken. (Verslaggeving door Mariko Katsumura en Satoshi Sugiyama; Redactie door Kim Coghill en Clarence Fernandez)