Inozyme Pharma, Inc. heeft de publicatie aangekondigd van een artikel getiteld, oENPP1 Deficiency: A clinical update on the relevance of individual variants using a locus-specific database,o in Human Mutation. Het bedrijf werkte samen met toonaangevende ziekte-experts en Genomenon, een AI-gedreven genomics-bedrijf, om een uitgebreide review uit te voeren van de huidige kennis over klinische en genetische bevindingen van ENPP1 Deficiëntie (GACI, generalized arterial calcification of infancy of ARHR2, autosomaal recessieve hypofosfatemische rachitis type 2) en een uitgebreide variantendatabase te produceren. De review analyseerde alle gepubliceerde gevallen van ENPP1 Deficiëntie (n=154) en de resultaten van twee natural history studies van GACI- en ARHR2-patiënten.1 De geassocieerde genetische varianten werden geïnterpreteerd met behulp van Mastermind® Genomic Search van Genomenon, een database van varianten met bewijsmateriaal uit de medische literatuur.

De database wordt gebruikt door meer dan 2.000 laboratoria voor genetische tests en medische centra over de hele wereld en verbindt DNA van patiënten met relevant wetenschappelijk onderzoek om beslissingen over diagnose en behandeling mogelijk te maken. Samenvatting van de belangrijkste resultaten 109 unieke ENPP1-varianten ontdekt waarvan 79 geïdentificeerd als pathogeen/waarschijnlijk pathogeen, wat een 3-voudige toename betekent van het aantal pathogene/waarschijnlijk pathogene varianten in vergelijking met andere databases. De gegevens wijzen niet op een genotype-fenotype correlatie.

Analyse identificeerde ernstige fenotypes bij patiënten met monoallelle heterozygote ENPP1-varianten. ENPP1-deficiëntie is een progressieve aandoening die zich manifesteert als een spectrum van ziekten. Bij personen die zich in de baarmoeder of in de kindertijd presenteren, wordt meestal de diagnose gegeneraliseerde arteriële verkalking van de kindertijd (GACI) gesteld, die wordt gekenmerkt door uitgebreide vasculaire verkalking en neointimale proliferatie (overgroei van gladde spiercellen in de bloedvaten), met als gevolg myocardinfarct, beroerte, of hart- of multi-orgaanfalen.

Ongeveer 50% van de zuigelingen met ENPP1-deficiëntie overlijdt binnen zes maanden na de geboorte. Kinderen met ENPP1-deficiëntie krijgen doorgaans rachitis, een aandoening die ook bekend staat als autosomaal-recessieve hypofosfatemische rachitis type 2 (ARHR2), terwijl volwassenen osteomalacie (botverweking) ervaren en een reeks tekenen en symptomen kunnen vertonen, waaronder gehoorverlies, arteriële verkalking en hart- en/of neurologische betrokkenheid. Er zijn geen goedgekeurde therapieën voor ENPP1-deficiëntie.