Stewardessen bij Air Transat hebben gestemd voor het verwerpen van een nieuw voorlopig contract met de Canadese luchtvaartmaatschappij voor vrijetijdsbesteding, volgens een brief van de vakbond aan het cabinepersoneel die Reuters dinsdag heeft gezien.

Volgens de brief was meer dan 98% van de uitgebrachte stemmen tegen de overeenkomst, wat een potentiële hindernis vormt voor het bedrijf nu het probeert te profiteren van een hausse in de vraag naar vliegreizen.

De luchtvaartmaatschappij bereikte vorige maand een voorlopig akkoord met de Canadian Union of Public Employees (CUPE), die ongeveer 2.000 werknemers van Transat vertegenwoordigt.

De overeenkomst bood loonsverhogingen van ongeveer 18% over vijf jaar, zo vertelden drie bronnen die bekend zijn met de zaak aan Reuters.

Air Transat reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.

Eind november stemden de stewardessen van Transat voor een stakingsmandaat, dat vanaf 3 januari wettelijk zou worden onder de Canadese arbeidswet.

In de afgelopen twee jaar hebben vakbonden in de luchtvaart-, bouw-, luchtvaart- en spoorwegindustrie gepleit voor hogere lonen en meer voordelen te midden van een krappe arbeidsmarkt.

Stewardessen dringen erop aan dat er een einde komt aan de gewoonte in de sector om hen niet te compenseren voor de tijd die ze doorbrengen tijdens het instappen en het wachten op de luchthaven voor en tussen vluchten.

Op dit moment krijgen stewardessen alleen betaald voor de tijd dat het vliegtuig in beweging is. Delta Air Lines is de enige Amerikaanse luchtvaartmaatschappij die haar stewardessen tijdens het instappen betaalt.

Vorige maand stemden stewardessen bij Southwest Airlines tegen een vijfjarig contract dat van hen het best betaalde cabinepersoneel in de sector zou hebben gemaakt, maar dat geen compensatie voor instaptijd bevatte.