Akero Therapeutics Inc zei op maandag dat gegevens van een tussentijds onderzoek aantoonden dat haar experimentele therapie leververvetting met 65% verminderde bij bepaalde patiënten met een type vette leverziekte genaamd nonalcoholische steatohepatitis (NASH).

Het geneesmiddel, efruxifermin, voldeed ook aan secundaire werkzaamheidsdoelen toen het in het onderzoek werd getest naast een diabetesbehandeling die behoort tot een klasse geneesmiddelen die bekend staan als GLP-1-receptoragonisten.

Efruxifermin wordt getest als een mogelijke therapie voor patiënten met diabetes als gevolg van NASH, die al worden behandeld met het diabetesmedicijn, om te zien of de gecombineerde medicijnen een extra voordeel hebben.

Het bijwerkingenprofiel van het experimentele medicijn was vergelijkbaar met dat van eerdere onderzoeken, aldus Akero. De meeste patiënten met NASH lijden aan diabetes type 2, voegde Akero eraan toe.

NASH heeft geen goedgekeurde behandelingen en de ziekte is de snelst groeiende oorzaak van levertransplantaties in ontwikkelde landen.

In het onderzoek normaliseerde het absolute leververvettingsniveau van 88% van de patiënten tot 5% of minder bij behandeling met het geneesmiddel van Akero en een GLP-1-therapie, vergeleken met 10% bij behandeling met een GLP-1, aldus Akero in een verklaring.

De patiënten die behandeld werden met efruxifermine vertoonden ook statistisch significante verbeteringen in leverenzymen en niet-invasieve markers van littekenvorming in de lever, de bloedsuikerspiegel.

Verschillende geneesmiddelenproducenten, waaronder Novo Nordisk, Madrigal Pharmaceuticals Inc en Intercept Pharmaceuticals, zijn in een race verwikkeld om de Amerikaanse markt, die naar verwachting miljarden dollars zal gaan kosten, te betreden.

Vorige maand wezen beoordelaars van de Amerikaanse Food and Drug Administration op een verhoogd risico op diabetes en leverschade door het gebruik van de orale tabletten van Intercept Pharma voor de ziekte.

Akero is van plan om later dit jaar twee onderzoeken naar de therapie te starten. (Verslag door Khushi Mandowara in Bengaluru; Bewerking door Devika Syamnath, Nivedita Bhattacharjee en Shailesh Kuber)