KARLSRUHE (dpa-AFX) - Iedereen die jaren geleden ten onrechte heeft gewed op niet-toegestane sportweddenschappen, kan hopen op terugbetaling van de verloren inzet. Nadat talloze Duitse rechtbanken zich over soortgelijke zaken hebben gebogen, onderzoekt het Federale Gerechtshof (BGH) nu of een aanbieder van online sportweddenschappen zonder geldige Duitse licentie de verliezen van een speler moet terugbetalen. Waarom zou de uitspraak invloed kunnen hebben op duizenden zaken en waarom zijn de voortekenen goed voor spelers in de aanloop naar de hoorzitting op donderdag? De belangrijkste vragen en antwoorden:

Sinds wanneer zijn sportweddenschappen toegestaan in Duitsland?

Tot medio 2012 mochten, afgezien van geïsoleerde gevallen van oude DDR-licenties, alleen staatsaanbieders sportweddenschappen organiseren in Duitsland, zegt advocaat en gokrechtexpert Lennart Brüggemann. Om de zwarte markt op te drogen, introduceerden de deelstaten in 2012 een nieuw Interstatelijk Gokverdrag, dat ook particuliere aanbieders toestond.

"Het probleem was echter dat het acht jaar lang niet mogelijk was om één enkele licentie voor sportweddenschappen te verstrekken aan de geïnteresseerde particuliere aanbieders," zegt Brüggemann. De reden hiervoor was het voorbehoud van de administratieve rechtbanken over de officiële procedure. Aanbieders bleven jarenlang in een juridisch ongewisse. Pas in 2020 kregen de eerste aanbieders een vergunning. Het jaar daarop werd het huidige Staatsverdrag inzake kansspelen van kracht, dat sportweddenschappen onder voorwaarden officieel legaliseerde.

Waar gaat de specifieke zaak over?

Donderdag behandelt het BGH de klacht van een man tegen de aanbieder van weddenschappen Tipico. De man had van 2013 tot 2018 deelgenomen aan sportweddenschappen van Tipico en verloor meer dan 3.700 euro, die hij nu terug eist. Hij stelt dat de sportweddenschappen illegaal waren en dat de wedcontracten ongeldig waren omdat de aanbieder destijds geen vergunning had van de bevoegde Duitse autoriteit. Tipico had zo'n vergunning aangevraagd om sportweddenschappen te organiseren, maar kreeg die pas in 2020. Onderhandelingen over een schikking mislukten, wat betekent dat het BGH nu moet beslissen. Het is onduidelijk of er donderdag een uitspraak zal worden gedaan. (Ref. I ZR 90/23)

Wat zijn de kansen op succes voor de aanklager?

Tot nu toe heeft de speler geen succes gehad met zijn claim. De regionale rechtbank van Ulm stelde dat Tipico de bepalingen van het staatsverdrag inzake kansspelen van 2012 had geschonden, maar dat de wedcontracten geldig waren. Dat het BGH het anders zou kunnen zien, blijkt uit een referentie-uitspraak over een soortgelijke zaak die begin april werd gepubliceerd. De senaat ging ervan uit dat een andere aanbieder de bepalingen van het Staatsverdrag inzake kansspelen had geschonden en dat de contracten tussen de aanbieder en de speler daarom nietig waren. De rechtbank concludeerde dat de eiser recht had op een terugbetaling.

Hoewel deze beslissing geen vonnis was, maar slechts een beoordeling om de partijen voor te bereiden op de hoorzitting, verwachtten experts dat dit min of meer de geplande uitspraak in de procedure zou zijn. Deze uitspraak kwam er echter nooit, omdat de aanbieder zijn beroep introk. Spelersvertegenwoordigers zagen dit als een schuldbekentenis en bekritiseerden de aanbieder omdat hij een baanbrekende uitspraak ten gunste van de spelers wilde voorkomen.

Welke invloed zou de uitspraak van het BGH kunnen hebben?

Een consumentvriendelijke uitspraak van het BGH zou een nog grotere golf van rechtszaken teweeg kunnen brengen dan al het geval was. Er lopen al duizenden soortgelijke procedures voor Duitse rechtbanken. Dit komt ook doordat advocatenkantoren en sommige bedrijven zich gespecialiseerd hebben in dit soort rechtszaken. De bedrijven voorzien spelers van advocaten en dekken de kosten van een rechtszaak in ruil voor een commissie als ze succesvol zijn. Eén zo'n bedrijf is Gamesright, dat naast de rechtszaak van donderdag momenteel ongeveer 1.500 soortgelijke rechtszaken tegen aanbieders van sportweddenschappen financiert. Een uitspraak in het voordeel van de spelers zou een enorme impact kunnen hebben, zegt medeoprichter Hannes Beuck. "We gaan ervan uit dat de meerderheid van de getroffen spelers, die nog steeds afwachten en toekijken, dan hun geld terug zullen eisen. Tot nu toe heeft slechts een fractie van de getroffen spelers dat gedaan."

Hoe wijdverspreid is sportwedden vandaag de dag?

Volgens de laatste Gambling Atlas nam in 2021 vijf procent van de bevolking deel aan sportweddenschappen - een verdubbeling binnen twee jaar. De bruto spelinkomsten uit sportweddenschappen zouden in 2022 in totaal 1,4 miljard euro hebben bedragen. Ter vergelijking: bij loterijen was dat 4,1 miljard euro en bij speelautomaten 4,8 miljard euro. De groei in sportweddenschappen is sterk sinds de legalisatie ervan in de herfst van 2020, vervolgt het rapport. Volgens de Gemeenschappelijke Kansspelautoriteit van de deelstaten (GGL) hebben nu 30 aanbieders van sportweddenschappen een licentie.

Zou een uitspraak van het BGH het laatste woord zijn?

Waarschijnlijk niet, aangezien het Europese Hof van Justitie zich nog over de kwestie kan buigen. De regionale rechtbank van Erfurt kondigde bijvoorbeeld in april aan dat het zich tot de rechters in Luxemburg zou wenden met verschillende vragen over sportweddenschappen. "Na het BGH komt het HvJ," zei Tipico advocaat Ronald Reichert, die de procedure leidt. De juridische kwesties zouden zeker door het Europees Hof van Justitie worden opgehelderd. Het BGH vond een verwijzing naar het EHJ nog niet nodig. De relevante vragen zijn beantwoord, aldus het BGH in april./jml/DP/zb