Saniona AB (publ) heeft aangekondigd dat het de kandidaat-selectiefase is gestart met een eigen subtype-selectieve frontrunner molecule uit het Kv7 lead optimalisatieprogramma voor epilepsie. De verbinding heeft een uniek selectiviteitsprofiel en vertegenwoordigt een potentiële nieuwe generatie effectieve en goed verdragen medicijnen tegen epilepsie. Wereldwijd lijden miljoenen mensen aan epilepsie, een hersenaandoening die wordt gekenmerkt door terugkerende aanvallen.

Er is een aanzienlijke onbeantwoorde behoefte, aangezien ongeveer 30% van de patiënten niet reageert op de huidige geneesmiddelen. Kv7-kanalen bemiddelen het transport van kaliumionen over het celmembraan van neuronen, waardoor de kans op het genereren van ongecontroleerde zenuwimpulsen afneemt. Activatoren van Kv7-kanalen zijn daarom zeer effectief in het dempen van overactieve neuronen en voorkomen zo het ontstaan van epileptische aanvallen.

Mutaties in Kv7-kanalen die de subeenheden Kv7.2 en Kv7.3 bevatten, zijn de op één na meest voorkomende oorzaak van erfelijke ernstige epilepsieën bij kinderen, wat aantoont hoe belangrijk ze zijn bij het regelen van de activiteit van zenuwcellen. De niet-selectieve Kv7-activator retigabine heeft zowel klinisch als commercieel proof-of-concept geleverd voor de behandeling van patiënten met resistente focale aanvallen. Retigabine heeft ook een anti-epileptisch effect en een verbetering van de ontwikkeling laten zien in kleinere, door onderzoekers aangestuurde studies met kinderen met loss-of-function mutaties in Kv7.2. Retigabine is echter van de markt gehaald vanwege samengestelde en niet-doelgerelateerde bijwerkingen.

De Kv7-kanalenfamilie bestaat uit vijf subtypes, waarvan kanalen bestaande uit Kv7.2 en Kv7.3 subeenheden selectief tot expressie komen in de hersenen. Het Saniona-programma richt zich op de ontwikkeling van subtypeselectieve Kv7.2/Kv7.3 activatoren, waardoor de lastige bijwerkingen van retigabine op het CZS en de urinewegen worden vermeden, die een hoog uitvalpercentage in de klinische studies veroorzaakten en uiteindelijk resulteerden in een vrij lage therapietrouw ondanks de goede werkzaamheid.