GlycoMimetics, Inc. heeft resultaten bekendgemaakt van twee door onderzoekers gesponsorde onderzoeken naar uproleselan bij patiënten met acute myeloïde leukemie (AML). Deze resultaten werden gepresenteerd op de 64e jaarvergadering van de American Society of Hematology (ASH). Uproleselan toegevoegd aan cladribine plus lage dosis cytarabine (LDAC) bij patiënten met behandelde secundaire acute myeloïde leukemie (TS-AML) Presentator: Emmanuel Almanza Huante, M.D., Department of Leukemia The University of Texas MD Anderson Cancer Center, Houston, TX Deze klinische studie van fase Ib/II evalueert de veiligheid, verdraagbaarheid en voorlopige werkzaamheid van uproleselan toegevoegd aan cladribine en cytarabine met lage dosis (LDAC) bij patiënten met behandelde secundaire AML.

De meerderheid van de 15 ingeschreven patiënten was man (n=10) met een ECOG-status van minder dan 2 (ECOG 0=1; 1=10; 2=4). De mediane leeftijd was 71 jaar. Uit voorlopige resultaten van 12 evalueerbare patiënten bij 3,3 maanden follow-up bleek dat cladribine en LDAC in combinatie met uproleselan weinig behandelingsgerelateerde bijwerkingen veroorzaakten.

De combinatie leidde tot een totale respons van 62% in een populatie met een zeer hoog risico en een verwachte mediane overleving van minder dan 5 maanden. Ziekteresponsen werden gezien ongeacht eerdere blootstelling aan hypomethylerende middelen en Venetoclax. De inschrijving voor de studie is nog gaande.

Een fase I-studie van Uproleselan in combinatie met Azacitidine en Venetoclax voor de behandeling van oudere of ongeschikte patiënten met naïeve acute myeloïde leukemie: Brian A. Jonas, M.D., Department of Internal Medicine, Division of Malignant Hematology, Cellular Therapy and Transplant, University of California Davis School of Medicine, Sacramento, CA Deze fase I-studie evalueert de veiligheid, verdraagbaarheid en voorlopige werkzaamheid van uproleselan in combinatie met azacitidine (Aza) en Venetoclax (Ven) bij patiënten met onbehandelde AML die niet geschikt waren voor intensieve chemotherapie. De meerderheid van de 8 ingeschreven patiënten was vrouwelijk (n=6) met een mediane leeftijd van 78 jaar. Vier patiënten hadden secundaire AML, waaronder 3 met therapiegerelateerde AML, en 75% had ELN adverse risk cytogenetica.

Uit voorlopige resultaten bleek dat uproleselan met Aza/Ven niet leidde tot dosisbeperkte toxiciteit. De meest voorkomende graad 3-4 bijwerkingen en ernstige bijwerkingen waren van hematologische aard. Dosisaanpassingen en/of cyclusvertragingen kwamen vaak voor.

In dit onderzoek leverde de combinatie veelbelovende voorlopige resultaten op, waarbij alle 8 patiënten een MLFS+ respons hadden. Vijf patiënten (63%) bereikten CR en één patiënt CRi, voor een totaal CR/CRi percentage van 75%, en twee patiënten bereikten MLFS. Vier van de CR/CRi-responsen waren MFC MRD-ve, voor een totaal MRD-ve CR/CRi-percentage van 50% en 67% onder de CR/CRi-respondenten.

De inschrijving is nog gaande en er zijn plannen om twee extra locaties aan de studie toe te voegen.