Genprex, Inc. kondigde aan dat zijn onderzoekssamenwerkers positieve preklinische gegevens hebben gepubliceerd voor het NPRL2-gen, met gebruikmaking van het niet-virale Oncoprex-toedieningssysteem van het bedrijf, in KRAS/STK11-mutant anti-PD1-resistente niet-kleincellige longkanker (NSCLC) in een gehumaniseerd muismodel. NPRL2 is een tumorsuppressorgen waarvan de expressie verlaagd is bij veel kankers, waaronder long-, nier-, colorectale, gloma-, maag- en hepatocellulaire carcinomen, en het is nauw gecorreleerd met slechte klinische resultaten. Het Oncoprex Delivery System van het bedrijf is een nieuwe, niet-virale benadering die op lipiden gebaseerde nanodeeltjes in lipoplexvorm gebruikt om tumorsuppressorgenen af te leveren die tijdens de ontwikkeling van kanker worden verwijderd.

Het platform maakt intraveneuze toediening van verschillende tumorsuppressorgenen, en mogelijk andere genen, mogelijk om een therapeutisch effect te bereiken zonder het risico van toxiciteit dat vaak geassocieerd wordt met virale toedieningssystemen. Genprex gelooft dat dit systeem de toediening van een aantal kankerbestrijdende genen mogelijk maakt, alleen of in combinatie met andere kankertherapieën, om meerdere soorten kanker te bestrijden. De onderzoeken evalueerden de intraveneuze injectie van NPRL2-gengeladen kationische lipoplex (DOTAP-NPRL2) met of zonder anti-PD1 geneesmiddelen (pembrolizumab). De studies gebruikten een KRAS/STK11-mutant anti-PD1 ongevoelige cellijn, evenals syngene muis LLC2 tumoren, die ook anti-PD1 resistent zijn.

In beide muismodellen vertoonde NPRL2 een significant sterk anti-tumor effect, terwijl anti-PD1 (pembrolizumab) niet effectief was. Het antitumoreffect was groter in gehumaniseerde muizen dan in niet gehumaniseerde muizen, wat suggereert dat een immuunrespons bijdroeg aan de antitumoractiviteit. Bovendien werd een dramatisch anti-tumor effect gemedieerd door NPRL2 behandeling met of zonder een pembrolizumab combinatie.

Bioluminescentiebeeldvorming op muizen toonde aan dat 7 van de 10 muizen een extreem lage tumorbelasting hadden in de NPRL2-behandelingsgroep, wat significant anders was dan in de controle- of pembrolizumabgroep. In tegenstelling tot eerdere experimenten met Reqorsa® Immunogene Therapie (quartusugene ozeplasmide), het belangrijkste kandidaat-geneesmiddel van het bedrijf dat gebruik maakt van het TUSC2 tumorsuppressorgen, waren bij de anti-tumorwerking van DOTAP-NPRL2 geen Natural Killer (NK)-cellen betrokken. Uit de onderzoeken bleek ook dat tumoren met stabiele NPRL2-expressie aanzienlijk langzamer groeiden dan controles.

Concluderend meldden de onderzoekers dat NPRL2 gentherapie anti-tumoractiviteit induceert via dendritische celgemedieerde antigenpresentatie en cytotoxische immuuncelactivatie.