East Star Resources Plc heeft een update gegeven over de resultaten van de boringen in het Verkhuba-koperdepot op de vulkanogene massieve sulfidengordel in Rudny Altai ("VMS"), die het potentieel voor de ontwikkeling van hulpbronnen door middel van dagmijnbouw bevestigen. De onderneming is bezig met het hermodelleren van de historische boringen en zal een geostatistische analyse uitvoeren van de resultaten ten opzichte van de historische resultaten om te begrijpen welk extra werk nodig is om Verkhuba tot een JORC-conforme bron te ontwikkelen. Deze hermodellering zal naar verwachting tijdens de vakantieperiode worden uitgevoerd en het bijgewerkte hulpbronnenmodel wordt begin 2024 verwacht.

Het bijgewerkte model zal ook de basis vormen voor het vervolgboorprogramma dat zal worden gepland met als doel het open pit ontwikkelingsconcept tot een stadium te brengen waarin de economische haalbaarheid kan worden aangetoond en een mijnbouwvergunning kan worden aangevraagd. Het geologische team van East Star heeft ook aanvullend onderzoek gedaan naar doelen binnen de bestaande licenties in de Rudny Altai-gordel. Het veldwerk zal zo snel mogelijk in 2024 beginnen om deze opwindende targets de status van boorklaar gebied te geven.

Er werd in totaal 1.084,1m in de Verkhuba voorraad geboord. Het boorprogramma was lager dan de oorspronkelijk geplande 3000 m, omdat het bedrijf van mening was dat er met minder boormeters een voldoende vergelijking met de historische boorresultaten kon worden gemaakt, specifiek voor de meest waarschijnlijke ontwikkelingsoptie, namelijk de primaire open put. De monsters werden voorbereid door ALS in Ust-Kamenogorsk en vervolgens naar ALS in Karaganda (het "laboratorium") gestuurd voor een eerste analyse met ICP Aqua Regia (AR) digest (ME-ICP41).

23 blanco's, 20 gecertificeerde referentiematerialen (CRM) en 21 duplicaten werden toegevoegd aan de batch van 388 monsters uit de kern. Een statistische analyse van de resultaten bevestigde dat de blanco's en standaarden binnen aanvaardbare foutgrenzen lagen. In 62 monsters uit de batch lagen de koper- of zinkgehaltes boven de bovenste detectiegrens van de methode (10.000 ppm).

ICP 4 acid digest met een hogere bovenste detectiegrens (ME-OG62) werd vervolgens toegepast op de 62 monsters die voor een nieuwe bepaling op koper en zink werden verzonden. 3 blanco's, 3 CRM en 3 duplicaten werden in de batch ingevoegd. 1 CRM in deze batch faalde, met meer dan 3 standaardafwijkingen van het gecertificeerde koper- en zinkgehalte. 10 monsters en het mislukte CRM werden vervolgens opnieuw bepaald door het laboratorium.

De resultaten van de heranalyse lagen binnen het verwachte bereik wat betreft het CRM en worden als nauwkeurig beschouwd, maar in 9 van de 10 monsters waren de gerapporteerde kopergraden tot 10% hoger dan in de oorspronkelijke analyses die door ALS werden gerapporteerd. Het bedrijf bespreekt met het laboratorium de processen en mogelijkheden voor een heranalyse van de 62 hoogwaardige monsters om ervoor te zorgen dat de meest nauwkeurige metingen worden gebruikt voor toekomstige berekeningen van hulpbronnen.