KARLSRUHE (dpa-AFX) - Als een verhuurder na een modernisering de huur verhoogt, moet hij huurders in de verklaring op begrijpelijke wijze op de hoogte stellen van eventuele middelen van derden, zoals overheidseisen voor energiezuinige renovaties. Volgens een uitspraak van het Federale Hof van Justitie (BGH) die dinsdag werd gepubliceerd, moet dergelijke informatie huurders helpen om de reden en omvang van de huurverhoging op plausibiliteit te controleren en om te beslissen of ze bijvoorbeeld juridische of bouwdeskundigen moeten raadplegen.

Als de verhuurder bijvoorbeeld moderniseringsmaatregelen betaalt met behulp van laagrentende of renteloze leningen uit overheidsbegrotingen, met leningen of voorschotten op de huurprijs van de huurder, met diensten die door een derde partij voor de huurder worden verricht of met middelen van federale en staatsfinancieringsinstellingen, wordt de huurverhoging dienovereenkomstig verlaagd. Dit moet ervoor zorgen dat de verhuurder niet in een betere positie komt te verkeren dan anderen die de renovatie met eigen middelen financieren.

In het specifieke geval uit Berlijn had de verhuurder in de tekst van de verklaring over de verhoging geen informatie gegeven over subsidiabele fondsen van derden. Hij verwees echter naar een brief waarin de renovatie werd aangekondigd en waarin stond dat hij van plan was een aanvraag in te dienen voor fondsen van de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW) voor energie-efficiënte maatregelen. De eiser acht de verklaring van de huurder over de verhoging om formele redenen ongeldig.

Vanuit het oogpunt van het BGH laat de verstrekte informatie open of de verhuurder de vordering wel heeft ontvangen, maar deze niet heeft opgegeven en geen reductiebedragen heeft verrekend - of dat de aanvraag mogelijk is afgewezen of dat toegekende gelden niet verrekend zouden worden met de kosten van de moderniseringsmaatregelen. "Het is ook denkbaar dat de verweerder gewoon vergat om een verklaring af te leggen over de derdengelden," aldus de rechtbank.

Nadat de arrondissementsrechtbank Berlijn-Wedding de vordering van de huurder had toegewezen en de verhuurder in beroep was gegaan bij het Landgericht Berlijn, heeft nu ook het Federale Hooggerechtshof in Karlsruhe het beroep van de verhuurder tegen de uitspraak afgewezen. (Ref. VIII ZR 416/21)/kre/DP/stk