Het Duitse constitutionele hof oordeelde woensdag dat de herschikking door de regering van 60 miljard euro (65 miljard dollar) aan ongebruikte schuld uit het pandemie-tijdperk naar een klimaatfonds illegaal was, wat een klap betekende voor de coalitie van kanselier Olaf Scholz.

Dit is een belangrijk besluit omdat het een precedent schept voor fiscale reacties in toekomstige crises in de grootste economie van Europa, terwijl het ook spanningen in de coalitie kan veroorzaken in een belangrijke week voor begrotingsonderhandelingen.

De begrotingsmanoeuvre die in december 2021 werd overeengekomen door de centrumlinkse sociaaldemocraten (SPD), de voorstanders van de uitgaven van de Groenen en de fiscaal voorzichtige Vrije Democraten (FDP) in hun regeerakkoord, stelde de partijen in staat om optimaal gebruik te maken van een tijdelijke, pandemiegerelateerde opschorting van de leenlimieten in de grondwet.

Dit gebeurde met de Tweede Aanvullende Begrotingswet 2021, die de begrotingswet voor 2021 met terugwerkende kracht wijzigde. Het constitutionele hof oordeelde dat deze wet onverenigbaar was met de Duitse grondwet en dus ongeldig was.

Bovendien veranderde de regering de boekhoudprincipe volgens welke leningen meetellen voor het begrotingstekort in het jaar waarin de leningen daadwerkelijk werden afgesloten. Daarom telde de overschrijving van 60 miljard euro alleen als een tekort in 2021, maar niet in de jaren 2023 en 2024, wanneer de meeste uitgaven hadden moeten plaatsvinden.

Hierdoor kon de Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, dit jaar terugvallen op de schuldremregel. De regel beperkt het Duitse overheidstekort tot 0,35% van het BBP, maar werd vanwege de pandemie opgeschort van 2020 tot 2022.

"De uitspraak van de rechtbank heeft verstrekkende gevolgen voor het begrotingsbeleid in Duitsland," zei Clemens Fuest, voorzitter van het economisch instituut Ifo.

"Er zijn de komende jaren aanzienlijke beperkingen voor federale begrotingen wat betreft uitgaven voor overheidssteun voor decarbonisatie," zei hij.

Het federale gerechtshof baseerde zijn uitspraak op drie punten.

Ten eerste kan het schuldplafond alleen worden overschreden als er sprake is van een noodsituatie, wat het geval was bij de coronaviruscrisis, maar de overdracht van de fondsen naar het klimaatfonds voldeed niet aan deze voorwaarden, zei de rechtbank in haar uitspraak.

"De wetgever heeft het noodzakelijke feitelijke verband tussen de noodsituatie en de als reactie daarop genomen crisisbeheersmaatregelen onvoldoende aangetoond," aldus de rechtbank.

Ten tweede was het ongrondwettelijk om de kredietautorisatie te dateren op het begrotingsjaar 2021, maar de maatregelen waarvoor het geld nodig was voor de komende begrotingsjaren te plannen, aldus de rechtbank.

Ten derde was het aannemen van de wet na het einde van het boekjaar 2021 in strijd met een in de basiswet vastgelegd beginsel dat de begroting van tevoren moet worden vastgesteld, aldus de rechtbank.

De uitspraak zet het begrotingsoverleg onder druk.

De Duitse begroting voor 2024 en de financiële plannen tot 2027 moeten vrijdag worden afgerond, omdat de grootste economische macht van Europa de uitgaven aan banden legt die als reactie op COVID-19 en de oorlog in Oekraïne de pan uit rezen.

De uitspraak tegen de regering betekent dat ze elders geld moet vinden voor het klimaatfonds, wat een uitdaging is in de huidige krappe begrotingsomgeving en te midden van onenigheid in de coalitie. ($1 = 0,9357 euro) (Verslaggeving door Maria Martinez; Aanvullende rapportage door Christian Kraemer en Ursula Knapp; Bewerking door Kirsti Knolle, Madeline Chambers, Susan Fenton, Bewerking door William Maclean)