Eergisteren publiceerde het bedrijf zijn kwartaalresultaten. In de eerste negen maanden van het jaar leidde het einde van de covidtests tot een daling van 22 % van de omzet en 63 % van de operationele winst. Met enige humor meldt het persbericht van de groep echter een "sterke prestatie" en "sterke organische groei". Waarom niet?

De marges storten in en de rentelast van 67 miljoen € over de afgelopen drie kwartalen verbruikt nu twee derde van de operationele winst van 97 miljoen €. Met 1,3 miljard € is de nettoschuld meer dan dertien keer dat bedrag, terwijl de cashgeneratie dit jaar op nul blijft steken.

Er wordt geen melding gemaakt van de problemen die Synlab te wachten staan op de Franse markt, waar de gezondheidsautoriteiten hebben besloten de duimschroeven aan te draaien en de vergoedingen voor diagnostiek te beperken. De sociale zekerheid bespaart en farmabedrijven zijn een even gemakkelijk als symbolisch doelwit.

Operationeel heeft Synlab ook te kampen met ernstige integratieproblemen, zowel in Duitsland als in Frankrijk. De geroemde "synergieën" die zo geliefd zijn bij seriële overnemerskopers blijken moeilijk te realiseren in een mozaïek van semi-autonome eenheden. Het is een feit dat biologische bedrijven makkelijker te kopen dan te leiden zijn.

Het nieuwe normaal belooft dus gecompliceerd te worden voor de groep uit München en haar collega's. Cinven, dat 43 % van het kapitaal bezit, heeft er geen geheim van gemaakt dat het wil uitstappen. De tweede referentieaandeelhouder - de Novo Nordisk Foundation met 17 % van het kapitaal – zou daar allicht evenmin weigerachtig tegenover staan.

Een verkoop tegen een goede prijs zou waarschijnlijk het beste zijn wat aandeelhouders kunnen hopen. Helaas voor hen is de huidige waardering de helft lager dan in het voorjaar van 2021, toen Cinven de opportunistische reflex had om Synlab naar de beurs te brengen. Nu werkt de tijd tégen hen.