ABG Sundal Collier AB ("ABG Sundal Collier"), Carnegie Investment Bank ("Carnegie") en Citigroup Global Markets Europe AG ("Citi") zijn in de arm genomen door Altor Fund IV (No.1) AB en Altor Fund IV (No.2) AB (samen "Altor") en Nyrensten Global Holding AB ("Nyrensten") om de mogelijkheid te onderzoeken om ongeveer 8,0 miljoen aandelen in RVRC Holding AB (publ) (OM:RVRC) ("RevolutionRace", of de "Vennootschap") te verkopen aan Zweedse en internationale institutionele investeerders door middel van een versnelde book-building procedure (de "Plaatsing"). De prijs per aandeel in de Plaatsing en het uiteindelijke aantal aan te bieden aandelen zal worden bepaald bij de afsluiting van de versnelde book-building procedure. De book-buildingprocedure zal onmiddellijk na de publicatie van dit persbericht beginnen en eindigen voor de aanvang van de handel op Nasdaq Stockholm op 8 februari 2024.

De book-building procedure kan te allen tijde op korte termijn worden geannuleerd, verlengd of beëindigd naar goeddunken van ABG Sundal Collier, Carnegie, Citi, Altor en Nyrensten. Na voltooiing van de book-buildingprocedure zullen verdere aankondigingen worden gedaan. Het huidige eigendomsbelang van Altor in het geplaatste aandelenkapitaal van de Vennootschap is ongeveer 31,0%.

Altor zal na de Plaatsing een belangrijke aandeelhouder in RevolutionRace blijven. Altor heeft ingestemd met een gebruikelijke lock-up met betrekking tot haar resterende aandelen in RevolutionRace tot de publicatie van het tussentijdse verslag van de Vennootschap voor de periode juli-maart 2023/2024, wat naar verwachting op of rond 7 mei 2024 zal zijn. Het huidige eigendomsbelang van Nyrensten in het geplaatste aandelenkapitaal van de Vennootschap is ongeveer 23,3%.

Nyrensten zal na de Plaatsing een belangrijke aandeelhouder in RevolutionRace blijven. De aandelen van Nyrensten (20% van het geplaatste aandelenkapitaal) zijn onderworpen aan een lock-upverplichting tot 31 mei 2024 die werd aangegaan in verband met de beursgang van het Bedrijf. ABG Sundal Collier, Carnegie en Citi treden op als joint bookrunners (samen de "Joint Bookrunners") in verband met de voorgenomen Plaatsing.