Nine Mile Metals Ltd. heeft een update gegeven over haar huidige boorgat (CL23-10-01) op haar California Lake VMS Project. De boring bevindt zich momenteel op een diepte van 433,3 meter en richt zich nu op Lens A op een gemeten diepte van 720 meter. De Azimuth en Dip worden dagelijks gecontroleerd, de Azimuth staat momenteel op 207 graden en de Dip is afgevlakt tot 67 graden.

Uit de berekeningen blijkt dat het bedrijf nog steeds op koers ligt. De gesteenten die tot nu toe zijn doorboord, zijn onder andere felsische vulkanische gesteenten van de Flat Landing Brook Formation, die talrijke VMS-mijnen en -voorkomens herbergt in het zuidelijke deel van het Bathurst Ming Camp, waaronder de Stratmat en Headway VMS Deposits. Op diepte zijn de felsische vulkanische gesteenten sterk veranderd, waarbij het oorspronkelijke karakter van het gastgesteente plaatselijk is uitgewist door intense fengietveranderingen, een belangrijke veranderingshalo in verband met VMS-afzettingen.

De veranderingen in het gesteente en de mineralogie, die wijzen op een hoge temperatuur, bevestigen verder dat er tijdens de afzetting een actief hydrothermaal systeem aanwezig was. Vanwege de lengte van dit gerichte boorgat is het van cruciaal belang dat het azimut en de dip voortdurend in de gaten worden gehouden. Zodra het boorgat is geboord, wordt om de 30 meter een gyroscopisch onderzoek uitgevoerd om zowel het azimut als de dip te registreren.

Het traject wordt dan berekend en uitgezet om er zeker van te zijn dat het boorgat binnen de doelparameters blijft. Indien nodig kan er een continue gyroscopie worden uitgevoerd, waarbij details met tussenpozen van 1 meter worden geregistreerd, zodat er een nauwkeurige plot van het traject wordt gemaakt. Als er een ernstige afwijking wordt gedetecteerd, kan het boren worden aangepast om het gat naar het doel te leiden.

Geologen van het New Brunswick Department of Mines and Energy hebben de boorkern bekeken en de aanwezigheid van verschillende leden van de Flat Landing Brook Formation bevestigd, waaronder sedimenten, rhyolieten en bijbehorende fengietveranderingen. De boorkern bevatte geen verrassingen en alle aangetroffen gesteentetypen zijn karakteristiek voor dit deel van de BMC. Boringen tot nu toe hebben een verscheidenheid aan gesteentetypen aangeboord, waaronder een zeer duidelijk rood sediment waarvan bekend is dat het voorkomt in de buurt van VMS-mineralisatie bij zowel het Ahearn Brook-voorkomen in het directe noorden als het Stratchens Lake Brook-voorkomen in het westen.