Avalo Therapeutics, Inc. heeft aangekondigd dat de eerste patiënt gedoseerd is in de cruciale LADDER-studie (A Phase 3, Randomized, Double-blind, Two-period, Crossover, Withdrawal Study to Assess the Efficacy and Safety of AVTX-803 in Subjects with Leukocyte Adhesion Deficiency Type II (LAD II) ER). AVTX-803 is een therapie die ontwikkeld en bestudeerd is voor de behandeling van leukocyte adhesion deficiency type II (LAD II, ook bekend als SLC35C1-CDG). AVTX-803 heeft de Rare Pediatric Disease Designation (RPDD), Orphan Drug Designation (ODD) en Fast Track Designation (FTD) gekregen.

AVTX-803 Het werkzame farmaceutische bestanddeel (API) in AVTX-803 is L-fucose. L-fucose is een van planten afgeleide, natuurlijk voorkomende monosacharide met een hoge oplosbaarheid in water en wordt geïsoleerd als een wit kristallijn poeder. AVTX-803 is een orale formulering van L-fucose die de fucosylering van eiwitten verbetert bij afwezigheid van een functionerende GDP-fucose-transporter, waardoor de eiwitfunctie gedeeltelijk wordt hersteld.

Aan AVTX-803 werd FTD, ODD en RPDD toegekend, waardoor het mogelijk in aanmerking komt voor een Priority Review Voucher (PRV). Pivotale studie De LADDER-studie is een pivotale, 16 weken durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, cross-over, terugtrekkingsstudie met twee perioden om de werkzaamheid en veiligheid van AVTX-803 te beoordelen bij patiënten met LAD II (n=2). Het primaire eindpunt is de vergelijking van de leukocytenfunctie zoals bepaald door sialyl Lewis-X (SLx) antigeenexpressie op leukocyten tussen behandelingsperioden.

De proef zal worden afgesloten met het einde van de studie/het vroege beëindigingsbezoek, waarbij de proefpersonen zich zullen mogen inschrijven voor een open-label veiligheids- en doeltreffendheidsstudie op lange termijn. LAD II LAD II is een uiterst zeldzame, erfelijke aangeboren stoornis van de glycosylering (CDG), voorheen bekend als CDG-IIc en ook wel aangeduid als SLC35C1-CDG. De ziekte is autosomaal recessief en wordt gekenmerkt door verminderde of afwezige fucosylering van bepaalde glycoproteïnen.

Patiënten met LAD II vertonen een multisysteemfenotype dat kan bestaan uit: leukocytose, neutrofilie, recidiverende infecties, verminderde expressie en binding van selectine, Bombay-bloedgroep, hypotonie, slechte voeding, korte gestalte, grove gelaatstrekken, globale ontwikkelingsachterstand en psychomotorische retardatie. In sommige gevallen leiden deze symptomen tot de dood, en bij de meeste patiënten met LAD II heeft de aandoening een negatieve invloed op de kwaliteit van het leven.