De obligatierente in de eurozone is woensdag gedaald nadat de Amerikaanse consumentenprijzen in april minder sterk stegen dan verwacht.

De Amerikaanse consumentenprijsindex steeg vorige maand met 0,3%, na een stijging van 0,4% in maart en februari, aldus het Bureau of Labor Statistics (BLS) van het Labor Department op woensdag.

In de 12 maanden tot april steeg de CPI met 3,4% na een stijging van 3,5% in maart. Economen gepolst door Reuters hadden voorspeld dat de CPI deze maand met 0,4% zou stijgen en op jaarbasis met 3,4%.

De Duitse 10-jaars rente, de benchmark voor de eurozone, daalde het afgelopen halfjaar met 10 basispunten naar 2,43%, waarmee de daling in aanloop naar de cijfers werd verlengd en de rente op weg was naar de grootste dagelijkse daling sinds 12 april.

De rente in de eurozone reageert sterk op Amerikaanse cijfers, gezien de verwachting van beleggers dat beleidsmakers bij de Europese Centrale Bank de rente niet aanzienlijk zullen willen verlagen terwijl de Amerikaanse Federal Reserve in de wacht blijft staan, en gezien het mondiale karakter van sommige aspecten van inflatie.

Een renteverlaging door de ECB in juni wordt zeer waarschijnlijk geacht, maar het pad daarna blijft onzeker. De markten hebben de verwachtingen voor de omvang van de ECB-verlagingen dit jaar iets verhoogd na de gegevens en zijn bijna akkoord met drie verlagingen van 25 basispunten in 2024.

De 10-jaars rente van Italië stond 14 bp lager op 3,76%.

Het rendement op 10-jaars Amerikaanse schatkistpapier daalde met 7 bp naar 4,37%, het laagste rendement in een maand. (Verslaggeving door Samuel Indyk; Bewerking door Andrew Heavens, Emelia Sithole-Matarise en Alison Williams)