De Europese Commissie heeft donderdag de resultaten gepubliceerd van haar negen maanden durende onderzoek naar de Chinese markt voor elektrische voertuigen. Ze geeft inzicht in de manier waarop ze de tarieven heeft berekend en het bewijsmateriaal dat ze heeft verzameld ter ondersteuning van haar meest prominente handelszaak.

Het rapport geeft details over de onwil van de Chinese overheid en de staatsautofabrikant SAIC om mee te werken aan het onderzoek van de Commissie naar de vraag of Chinese fabrikanten van elektrische voertuigen profiteren van oneerlijke staatssteun.

Dit rechtvaardigde het opleggen van het toptarief van 37,6% aan SAIC, terwijl andere Chinese autofabrikanten, BYD en Geely, lagere tarieven van respectievelijk 17,4% en 19,9% moeten betalen om hun medewerking te weerspiegelen.

Het document begeleidde de aankondiging van voorlopige tarieven voor in China geproduceerde elektrische voertuigen van maximaal 37,6% die vrijdag van kracht worden, waardoor de spanningen met Peking toenamen, dat heeft gedreigd met vergeldingsmaatregelen.

Het document zal waarschijnlijk deel uitmaken van de verdediging van de Commissie als de Chinese regering een klacht indient bij de Wereldhandelsorganisatie.

De strenge controle van de Chinese regering over haar autofabrikanten verhindert hen "om te handelen als rationele marktdeelnemers die hun winst willen maximaliseren, en dwingt hen in feite om te handelen als een arm van de regering," aldus het rapport.

Het rapport concludeert dan ook dat de "dreiging van aanmerkelijke schade" voor Europese autofabrikanten "duidelijk te voorzien en imminent is".

Het rapport is vergelijkbaar met een langer rapport dat de Commissie in april uitbracht over de inmenging van de Chinese regering in de Chinese economie en strategische industrieën. Volgens analisten legt het rapport de basis voor toekomstige handelszaken als Brussel zijn houding tegenover Peking verhardt.

De Commissie ontdekte dat Chinese autofabrikanten subsidies kregen in de vorm van goedkope leningen, goedkope grond en directe stimulansen voor de verkoop van elektrische voertuigen.

Ze kregen ook hulp bij de kosten van batterijen, het duurste onderdeel van een EV.

SAIC en Geely hebben toegang tot batterijen tegen een "minder dan passende vergoeding" en hoewel BYD zijn eigen batterijen maakt, heeft het bedrijf toegang tot gesubsidieerde batterijmaterialen, vooral lithium.

ONTHULLENDE UITSPLITSING

Een van de meest onthullende delen is een uitsplitsing van de belangrijkste soorten overheidssubsidies per bedrijf, die samen de basis vormen van de plicht van elk bedrijf.

Neem SAIC: de EU schat dat haar subsidies in totaal 34,4% bedragen.

Dat valt uiteen in 1,38% voor leningen van staatsbanken, 8,27% voor andere vormen van financiering, 8,56% in de vorm van subsidies, 2,28% aan verkoopstimulansen voor EV's, 0,67% voor goedkope grond en 13,24% voor te laag geprijsde batterijen.

Subsidies in dezelfde categorieën zijn in totaal 15,1% voor BYD en 19,72% voor Geely.

De Chinese overheid heeft geklaagd dat de Commissie tijdens haar subsidieonderzoek een ongekende hoeveelheid gedetailleerde informatie heeft opgevraagd over de toeleveringsketens van Chinese autofabrikanten.

Maar de Commissie somt lange heen-en-weer argumenten op in een aantal gebieden waar Peking weigerde mee te werken of geen basisinformatie verstrekte, zoals het aantal geregistreerde EV's in China of registraties per merk, model en locatie.

"Het is zeer onwaarschijnlijk dat de GOC (regering van China) geen informatie heeft over het aantal BEV's (batterij-elektrische voertuigen) dat in China geregistreerd is tijdens een bepaalde periode," aldus het rapport.

Het rapport geeft ook details over de ontwijking door SAIC, dat zei dat het de gevraagde informatie niet kon verstrekken.

Chinese financiële instellingen die geld lenen aan SAIC, BYD en Geely "gaven geen kredietwaardigheidsbeoordeling", dus de Commissie deed haar eigen onderzoek, aldus het rapport.

De drie autofabrikanten hebben allemaal eersteklas 'AAA'-kredietbeoordelingen gekregen van Chinese ratingbureaus in staatseigendom - hogere beoordelingen brengen lagere rentetarieven met zich mee.

Maar vanwege probleemgebieden zoals hun hoge schuld/aandelenratio's en het gebruik van leningen om schulden af te lossen, kwam de Commissie tot de conclusie dat hun algehele financiële rating overeenkwam met een "B"-rating. Beleggers beschouwen obligaties met een "B"-rating als junk bonds. (Verslaggeving door Nick Carey; Bewerking door Josephine Mason en Barbara Lewis)