De Britse FTSE 100 is dinsdag iets gestegen doordat stijgingen in energieaandelen dalingen in defensieaandelen compenseerden, terwijl beleggers voorzichtig bleven in afwachting van economische cijfers die de verwachtingen over het pad van de Amerikaanse en Britse rente zouden kunnen beïnvloeden.

De blue-chip FTSE 100 steeg 0,1% naar 8.287,40 punten, terwijl de mid-cap FTSE 250 0,3% daalde om 0716 GMT.

De energiemultinationals Shell en BP stegen elk met meer dan 1%, nadat de ruwe olieprijzen zich stabiliseerden op recente hoogtepunten. [O/R]

Aandelen van luchtvaart- en defensiebedrijven zoals Melrose Industries, Rolls-Royce en Senior PLC daalden tussen de 2,6% en 5,9% nadat de Europese luchtvaartgroep Airbus zijn industriële en financiële verwachtingen voor het jaar verlaagde.

Handelaren zagen er grotendeels van af om grote bedragen in te zetten in de aanloop naar de Amerikaanse cijfers over de persoonlijke consumptieve bestedingen (PCE), die vrijdag worden verwacht, ook al rekenden ze erop dat de cijfers een hernieuwde matiging van de inflatie zouden laten zien.

Het Britse bruto binnenlands product (BBP) komt deze week ook uit en zou kunnen bijdragen aan het vertrouwen van de beleidsmakers van de Bank of England (BoE) voor een renteverlaging in augustus.

Commentaren van BoE-functionarissen vorige week hadden enige hoop op een renteverlaging in augustus doen herleven, maar die hoop werd gedeeltelijk getemperd door een sterke uitslag van de detailhandelsverkopen op vrijdag.

De voorzichtigheid wordt nog vergroot door het politieke landschap in Londen, met de parlementsverkiezingen op 4 juli. Beleggers verwachten dat de BoE zal afzien van het vrijgeven van notulen van haar vergadering in de aanloop naar de verkiezingen.

De BoE staat gepland voor een nieuwe vergadering op 1 augustus, bijna een maand na de verkiezingen.