De inflatie in Oost-Europa is sterk gestegen sinds de Russische inval in het naburige Oekraïne de reeds sterke prijsdruk na de pandemie van het coronavirus nog heeft versterkt, waardoor de centrale banken in de hele regio gedwongen werden de rente sterk te verhogen.

Orbans prijsplafonds zijn een steunpilaar van de pogingen van zijn nationalistische regering om de gezinnen tegen de hogere kosten van het levensonderhoud te beschermen, maar zelfs met deze maatregelen is de inflatie vorige maand tot in de dubbele cijfers gestegen.

De korte aankondiging op de Facebook-pagina van Orban bevatte geen verdere details, wat er waarschijnlijk op wijst dat de maatregelen in hun huidige vorm zullen worden verlengd.

De Nationale Bank van Hongarije, die zich reeds in haar op twee na grootste cyclus van renteverhogingen sinds de ineenstorting van het communisme bevindt, zag zich donderdag genoodzaakt haar eenweekse depositorente verder te verhogen om de forint te ondersteunen, die deze week ten opzichte van de euro tot een laagterecord is gedaald.

Tot dusver zijn er weinig aanwijzingen dat de renteverhogingen van de bank de inflatie, die de in maart gepubliceerde prognose van 9,8% van de NBH voor het gehele jaar zou kunnen overschrijden, op significante wijze hebben beteugeld, vertelde vice-gouverneur Barnabas Virag eerder op de dag aan verslaggevers.

Orbans regering heeft half november een limiet van 480 forint ($1,25) per liter op de brandstofprijzen ingesteld en in februari gevolgd door maxima voor sommige levensmiddelen. De maatregelen hebben 5 tot 6 procentpunten van de algemene inflatie afgehaald, aldus Orban.

Het toepassingsgebied van de maximumprijs voor brandstof werd onlangs beperkt tot auto's met een Hongaars kenteken, wat tot een conflict met de Europese Unie leidde, terwijl de Hongaarse energiegroep MOL heeft opgeroepen tot een geleidelijke afschaffing van de maatregel.

De uitbreiding van een plafond op de hypotheekrente om leners te beschermen tegen de hogere kosten van lenen zal een extra klap zijn voor de banken in Hongarije, die al een grote windfall tax opgelegd hebben gekregen als onderdeel van Orban's maatregelen om het begrotingstekort terug te dringen.

Om 1201 GMT handelde het MOL-aandeel 2,3% lager op 2.832 forint op de beurs van Boedapest, en presteerde daarmee onder de blue chip index, die 1% daalde. De aandelen van de Hongaarse OTP Bank daalden 0,4%. ($1 = 383,3 forint)