Oncopeptides AB (publ) heeft aangekondigd dat de gegevens van de gerandomiseerde head-to-head fase 3 OCEAN-studie, waarin de werkzaamheid en veiligheid van melflufen (INN melphalan flufenamide) plus dexamethason versus pomalidomide plus dexamethason wordt geëvalueerd bij lenalidomide-refractaire patiënten met recidief refractair multipel myeloom (RRMM) die 2-4 eerdere therapielijnen hebben gekregen, zijn gepubliceerd in de Lancet Hematology. De OCEAN-studie is gestart in 2017 en omvat 495 patiënten uit 108 ziekenhuizen in 21 landen in Europa, Noord-Amerika en Azië. In de intention to treat-populatie (ITT) voldeed melflufen aan het primaire eindpunt van superieure progressievrije overleving (PFS), zoals beoordeeld door de onafhankelijke beoordelingscommissie, met een mediane PFS van 6,8 maanden, vergeleken met 4,9 maanden voor pomalidomide met een Hazard Ratio (HR) van 0,79 (p-waarde 0,03). PFS werd gedefinieerd als de tijd tussen randomisatie en bevestigde ziekteprogressie of overlijden. De belangrijkste secundaire eindpunten waren Overall Response Rate (ORR), Overall Survival (OS) en veiligheid. De ORR, het percentage patiënten met een complete of gedeeltelijke respons, was 33% in de melflufen-groep en 27% in de pomalidomidegroep (niet-statistisch verschillend). De ITT OS HR was 1,10 (niet-statistisch verschillend). De studie toonde een zeer heterogeen OS HR-resultaat met significante statistische interacties tussen het OS HR-resultaat en patiëntkenmerken zoals autologe stamceltransplantatie (ASCT) en geslacht. Verdere analyses van het resultaat en hun mogelijke implicaties zijn aan de gang. De eindpunten voor de veiligheid waren de duur van de behandeling, de frequentie en de ernst van de ongewenste voorvallen, de frequentie van de voorvallen die tot dosisaanpassingen leidden en de tijd tot dosisaanpassingen. De veiligheid en verdraagbaarheid van melflufen plus dexamethason waren consistent met eerdere rapporten. Hematologische behandelingsbijwerkingen kwamen het meest voor, en waren over het algemeen klinisch beheersbaar met dosisaanpassingen. Ondanks hogere frequenties van graad 3 of 4 trombocytopenie en neutropenie met melflufen in vergelijking met pomalidomide, was het aantal gelijktijdige graad 3 of 4 bloedingen met trombocytopenie en infectiegebeurtenissen met neutropenie laag. De meeste patiënten zetten de therapie voort na dosisvermindering en weinig bijwerkingen leidden tot stopzetting van de behandeling.