Northern Lights Resources heeft bijkomende hoogwaardige analyseresultaten gemeld van haar derde en vierde boorgaten in haar Tin Cup Prospect op haar Secret Pass Gold Project in Arizona. Het 100%-eigendom Secret Pass Gold Project ligt in het Frisco-Catherine gouddistrict van Noordwest-Arizona, ongeveer 8 kilometer ten noordoosten van Elevation Gold’s Moss Mine, een heap leach open pit goudmijn die momenteel werkt met een gemiddeld gedolven gehalte van 0,45 g/t goud. Na de verwerving van nog eens 260 hectare in september 2021, beslaat het Secret Pass Gold Project nu ongeveer 1.128 hectare. Northern Lights heeft vier boorgaten met diamantkern voltooid, met een totaal van 610 meter, in Tin Cup. Alle vier de boorgaten onderschepten zones van matige tot sterke goudmineralisatie die gehost wordt door veranderde andesiet. Deze resultaten zijn van de boorgaten TC21-04 en 05. In boorgat TC21-04 werd 0,95 g/t goud over 103,00 m afgekruist, beginnend aan de oppervlakte en over de hele lengte van het boorgat. Dit omvatte 2,96 g/t goud over 12,96 m, beginnend bij 75,59 m. Gat TC21-05 Intersecteerde 0,29g/t goud over 60,91m vanaf 41,50m, waaronder 0,56 g/t over 24,07m vanaf 78,34m, waaronder ook 4,23 g/t over 0,99m vanaf 101,42m, wat de laatste meter van het boorgat was. Onlangs aangekondigde resultaten van de boringen TC21-02 en 03 geven aan dat er brede zones van goudmineralisatie aan de oppervlakte aanwezig zijn bij Tin Cup. De resultaten van boring 21-03 zijn lichtjes opgewaardeerd. Northern Lights heeft vergunningen voor het boren van 3 extra gaten en is van plan om verdere boorvergunningen aan te vragen na de analyse van deze eerste 4 gaten. Het bedrijf is ook van plan een diep penetrerend IP-onderzoek uit te voeren over het claimgebied dat de Tin Cup en FM-zones omvat. Dit onderzoek zal tot dieptes van ~400 meter gaan en zal helpen bij het bepalen van nieuwe boordoelen die geassocieerd zijn met zones met een hoge oplading langs de lijn en op diepte. De goudmineralisatie bij Tin Cup is open op diepte en is nog niet getest beneden een gemiddelde diepte van 95 meter. De nadruk van dit eerste boorprogramma ligt op het bevestigen van de goudmineralisatie die eerder in de jaren '80 door omgekeerde circulatieboringen is vastgesteld en op het verschaffen van aanvullende geologische informatie over de stijl van de goudmineralisatie.