LVMH meldde woensdag een omzetstijging van 17% in het eerste kwartaal, waarbij de opleving in China na de opheffing van de beperkingen op COVID-19 de activiteiten van 's werelds grootste producent van luxegoederen een impuls gaf.

Deze resultaten zijn de eerste tastbare tekenen van de gevolgen van het einde van het "nul COVID"-beleid in China, dat eind 2022 abrupt werd afgeschaft, voor een wereldwijde luxesector die eerder bestand was tegen inflatie en turbulentie op de financiële markten.

De hernieuwde dynamiek in China zou ook de vrees van beleggers moeten wegnemen over de vertraging die wordt waargenomen bij klanten in de VS, wier sterke vraag de sector vorig jaar ondersteunde.

LVMH, eigenaar van beroemde merken zoals Dior, Louis Vuitton en Tiffany, boekte in het eerste kwartaal een omzet van €21,04 miljard, wat een organische groei van 17% betekent, meer dan twee keer de 8% stijging die analisten hadden verwacht volgens een Visible Alpha consensus geciteerd door UBS.

Met een omzetgroei van 18% speelde de mode- en lederwarenafdeling, de grootste met ongeveer de helft van de jaaromzet van de groep en de belangrijkste winstmaker, opnieuw een stuwende rol met de terugkeer van Chinese klanten naar de winkels.

In de Verenigde Staten daarentegen vertraagde de omzetgroei van 8% ten opzichte van de 15% van vorig jaar, omdat hogere prijzen de aankopen hielpen afremmen.

(Geschreven door Mimosa Spencer, Bertrand Boucey, bewerkt door Blandine Hénault)