De omzet daalt met 10 % als gevolg van een sterke vertraging van de verkoop in de regio Zuidoost-Azië. Het is niet de eerste keer dat de groep - die meer dan een derde van zijn omzet in China realiseert - zo'n terugval kent. We kunnen redelijkerwijs aannemen dat het ook niet de laatste keer zal wezen.

De overexposure van Estée Lauder aan China heeft niet verhinderd dat haar waardering stevig verankerd bleef rond 35 à 40 keer de winst gedurende het afgelopen decennium. Dit ondanks een jaarlijkse groeipercentage dat toch bescheiden bleef, of in ieder geval aanzienlijk lager dan dat van L'Oréal, dat meer dan twee keer zoveel omzet genereert.

Nochtans slaagde de groep erin, onder leiding van getalenteerd CEO Fabrizio Freda, het imago van de gelijknamige activiteiten te verjongen en een portfolio van veelbelovende merken te ontwikkelen, waaronder Clinique, Jo Malone, MAC, Bobbi Brown en La Mer. Vorig jaar nam het concern ook Tom Ford over.

Als we de twee vergelijken en tot de vaststelling komen dat Estée winstgevender is dan L'Oréal, dan komt dat ook omdat de Amerikaanse firma liberaler gebruik maakt van financiële hefboomwerking dan haar Franse concurrent, die traditioneel voorzichtiger en verticaal geïntegreerd is, en bekend staat om haar bijna militaire bedrijfscultuur.

De 15 miljard dollar winst die Estée Lauder in het afgelopen decennium heeft gemaakt, is volledig teruggegeven aan de aandeelhouders, waarvan twee derde via aandeleninkoop. Dat is een beetje een heikel punt als we denken aan het beheer van de groep, omdat deze aandeleninkopen plaatsvinden tegen zeer hoge waarderingsveelvouden.

L'Oréal, aan de andere kant, gaf de voorkeur aan dividenduitkeringen. Afgezien van de aankoop van het belang van Nestlé - een strategische eerder dan financiële operatie - heeft de Franse groep slechts één keer het zware geschut ingezet op aandeleninkoop. Dat was in 2013-2014, toen haar beurskapitalisatie terugviel tot een veelvoud van 20 keer de winst.

Bij Estée Lauder zijn we nog niet zo ver.