In deze rubriek merkten we op dat een dergelijke waardering, ondanks de historisch slechte waardecreatie, abnormaal laag leek voor een groep die zich had voorgenomen om jaarlijks 8 miljard € aan kapitaal terug te geven aan zijn aandeelhouders, tegen 2025.

Net als BNP Paribas — vorige week besproken in deze rubriek — wordt Deutsche Bank momenteel verhandeld tegen een veelvoud van zeven keer de winst, met een waarderingskorting ten opzichte van de rest van de Europese aandelenmarkt die nog steeds op een historisch hoogtepunt staat.

Ondanks dat het aandeel de afgelopen vierentwintig maanden is verdubbeld, zou de situatie nog steeds interessant kunnen zijn voor beleggers die zich richten op waardeaandelen. Deze weten echter dat het betalen van een ogenschijnlijk aantrekkelijke prijs niet per definitie een succesvolle belegging oplevert.

Deutsche Bank ondervond dit met de overname van Postbank na de grote financiële crisis van 2008-2009. Niet alleen leverde deze overname niet de verwachte resultaten op maar bovendien kloegen de voormalige aandeelhouders van Postbank dat ze zijn benadeeld.

Een Duitse rechtbank heeft hun claims onlangs bevestigd. Als gevolg hiervan moet Deutsche Bank dit jaar voorzieningen treffen om de eisers tegemoet te komen. De groep zal hier waarschijnlijk zonder al te veel schade doorheen komen aangezien de voorziening minder dan een vijfde van de verwachte winst voor belastingen dit jaar vertegenwoordigt.

Net als Unicredit destijds — zie UniCredit S.p.A.: sterbankier, schitterende resultaten — heeft Deutsche Bank zich ertoe verbonden zijn expansieambities te temperen en zich te concentreren op de beloning van zijn aandeelhouders. Dit blijkt uit alomvattende kostenreductieprogramma's — daar is nog veel potentieel voor — en een dividend dat volgend jaar één euro per aandeel zou moeten bereiken.

De winstgevendheid blijft beperkt maar ligt in lijn met het gemiddelde van de Europese bankensector. Denk maar aan BNP of Barclays, waarmee Deutsche Bank traditioneel wordt vergeleken.