De overname van het IJslandse Kerecis, specialist in verbanden gemaakt van vissenhuid, geeft toch wat glamour aan de portefeuille van Coloplast.

Hier en daar gingen wel wat wenkbrauwen aan het fronsen: het waarderingsveelvoud dat als basis voor de deal dient, bedraagt meer dan 20 keer de omzet van Kerecis, wat ondanks de belofte om de verkoop dit jaar te verdubbelen, onvermijdelijk pijn doet aan de portemonnee.

Coloplast zelf werd lange tijd gewaardeerd tegen een zeer royaal veelvoud, net als alle bedrijven die aan de Deense beurs genoteerd staan. Een paar kwartalen geleden schommelde de aandeelkoers rond een veelvoud van 50 keer de winst.

De bescheiden maar structurele groei van zijn activiteiten – te danken aan de vergrijzing van de bevolking - en de zeer winstgevende marges van zijn verbruiksproducten rechtvaardigden de interesse van beleggers. En dan is er nog de “Deense premie”.

Echter, de operationele prestaties waren de afgelopen zes jaar enigszins teleurstellend: de organische groei is lager dan verwacht en er zijn twijfels over het investeringsrendement van de recente externe groeioperaties.

De overname van Atos Medical - een andere glamourkampioen, die zich bezighoudt met tracheotomie-apparatuur - twee jaar geleden voor 2,2 miljard € is een illustratief voorbeeld, aangezien de impact op de operationele winst tot nu toe marginaal is.

Na de speculatieve excessen van de pandemie daalt de aandeelkoers van Coloplast weer naar zijn historische waarderingsgemiddelde van 32 keer de winst.