Het eigen vermogen per aandeel bedraagt 126,8 € aan het einde van het halfjaar, tegenover 121,8 € aan het einde van boekjaar 2022. Gemiddeld over tien jaar bedraagt de rendabiliteit van het eigen vermogen 14,9 %.

Onder nauw toezicht van haar aandeelhouders blijft Brederode, dat zijn laatste jaarverslag begon met een merkwaardig citaat van de dichter Pierre de Ronsard - "L’opinion est la peste du genre humain" - dus goed presteren. Tenminste op papier.

In het afgelopen decennium heeft het bedrijf zijn eigen vermogen verdrievoudigd en de dividenduitkering verdubbeld. De beursprestaties van het aandeel volgden, hoewel er een bijna structurele korting van 20 % op de waarde van het eigen vermogen blijft bestaan.

Deze korting was tijdens de speculatieve excessen van de pandemie spoorloos verdwenen - het aandeel was toen gestegen tot 1,2 keer de waarde van het eigen vermogen - voordat de fundamentele wet van de financiële markten - de terugkeer naar het gemiddelde - deze afwijking corrigeerde.

Brederode was vooral een directe gok op de opmerkelijke expansie van private equity sinds de financiële crisis van 2008. De portefeuille van het bedrijf blijft immers voor twee derde geïnvesteerd in grote beheermaatschappijen zoals EQT, HIG, Catterton en Ardian.

Het resterende derde is verdeeld over een reeks beursgenoteerde bedrijven, waaronder voornamelijk zgn. blue chips zoals Mastercard, Samsung, Alphabet, Nestlé en 3M. Er zijn echter ook enkele gedurfde gokken op Intel, Alibaba en Prosus.

Hoewel zeer positief op papier vallen de beleggingsprestaties van het bedrijf, laten we eerlijk zijn, in werkelijkheid vrij moeilijk te beoordelen: in tegenstelling tot de ultraliquide beursgenoteerde beleggingen is de waarde van de portefeuille die in private equity is belegd, per definitie onderhevig aan interpretatie.

De structurele korting op het aandeel is waarschijnlijk daardoor te verklaren.