Het bedrijf betwistte ook de karakterisering van zijn besturingssysteem iOS als een belangrijke toegangspoort voor zakelijke gebruikers om eindgebruikers te bereiken en de interoperabiliteitsverplichting die bij dat label hoort.

De iPhone-maker vocht de Digital Markets Act (DMA) in november vorig jaar aan, maar gaf geen details.

De Europese Commissie heeft "materiële feitelijke fouten gemaakt door te concluderen dat de vijf App Stores van de aanvrager één enkele kernplatformdienst vormen", aldus Apple in haar pleidooi voor het in Luxemburg gevestigde Gerecht, het op één na hoogste van Europa.

In zijn argument aan de Europese mededingingsautoriteit zei het bedrijf dat het vijf App Stores beheert op iPhones, iPads, Mac computers, Apple TV's en Apple Watches, waarbij elke App Store is ontworpen om apps voor een specifiek besturingssysteem en Apple apparaat te distribueren.

De vereisten van DMA die gevolgen zouden hebben voor Apple zijn onder andere dat derden mogen samenwerken met haar eigen diensten en dat zakelijke gebruikers hun aanbiedingen mogen promoten en contracten met hun klanten mogen afsluiten buiten haar platform om.

De rechtszaak van Apple ging ook over het feit dat de Commissie haar berichtendienst iMessage als een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst (NIICS) aanmerkte, wat de aanleiding was voor een EU-onderzoek naar de vraag of de dienst aan de DMA-regels moest voldoen.

Het bedrijf beweert dat iMessage geen NIICS is omdat het geen op vergoedingen gebaseerde dienst is en het geen geld verdient via de verkoop van hardware-apparaten of via de verwerking van persoonlijke gegevens.