Airbus rapporteerde een kleiner dan verwachte daling van 39% in de nettowinst over het eerste kwartaal als gevolg van lagere vliegtuigleveringen en een gedeeltelijk herstel van de dollar, gecompenseerd door een sterke helikopterverkoop.

De grootste vliegtuigbouwer ter wereld bevestigde opnieuw zijn productie- en financiële doelstellingen, maar gaf aan dat de eerste inzet van een nieuwe vrachtversie van zijn A350-vliegtuig zou worden uitgesteld tot 2026.

Airbus boekte een aangepaste operationele kwartaalwinst van €773 miljoen op een omzet van €11,76 miljard, een daling van 2%.

Omdat de lucht- en ruimtevaartactiviteiten in dollars worden uitgedrukt, spaart Airbus ongeveer de helft van zijn inkomsten op, maar blijft het blootgesteld aan valutaschommelingen tussen het moment waarop het termijnbetalingen ontvangt en de levering van een vliegtuig, wanneer de op de euro gebaseerde boekhouding wordt afgerond.

Analisten rekenden gemiddeld op een aangepast bedrijfsresultaat van €736 miljoen op een omzet van €11,37 miljard, dat deze schommelingen zou uitvlakken om de onderliggende activiteiten, van vliegtuigen en raketten tot helikopters en gevechtsvliegtuigen, beter te kunnen beoordelen.

De onderliggende vrije kasstroom daalde naar €889 miljoen in het eerste kwartaal, als gevolg van lagere leveringen van straalvliegtuigen, van een positieve €213 miljoen een jaar eerder.

Chief executive Guillaume Faury zei in een verklaring dat de Europese rivaal van Boeing nog steeds te maken had met "aanhoudende spanningen in de toeleveringsketen", waardoor de leveringen naar verwachting tegen het einde van het jaar weer zullen toenemen. (Verslag van Tim Hepher; Franse versie door Nathan Vifflin)