(ABM FN-Dow Jones) De euro noteerde vrijdag rondom de koers die de munt een etmaal eerder ook op het bord had staan, binnen een nauwe bandbreedte en nog altijd met een neiging richting de 1,10 dollar te koersen.  

"De inkoopmanagersdata uit de eurozone gaven daar met verzwakkingen in de diverse industrieën nog geen reden toe", aldus valutahandelaar Paul Erdmann van valutabroker Ebury vrijdag tegen ABM Financial News. "Voor vandaag zijn de inkoopdata van de Amerikanen hèt cijfer om naar uit kijken."

De voorzitter van de Federal Reserve van Cleveland Loretta Mester stelde donderdag dat de Fed weliswaar zich dichter bij het einde van de reeks van renteverhogingen bevindt, maar dat het monetaire beleidsorgaan nog genoeg te doen heeft alvorens de inflatie is beteugeld. Mester betoogt niet alleen dat de inflatie nog altijd te hoog is, maar dat deze ook een hardnekkig karakter heeft. De mate waarin de rente wat Mester betreft nog omhoog moet om de inflatie te bestrijden, hangt volgens haar af van de economische en financiële ontwikkelingen.

De voorzitter van de De Nederlandsche Bank Klaas Knot suggereerde gisteren in de The Irish Times aan dat de Europese Centrale Bank ook in juni en juli de rente met 25 basispunten nog zal moeten verhogen als de kerninflatie niet gaat dalen. Knot vond het nog te vroeg om over een pauze te spreken.

Na vrijdag komen de diverse rentebesluiten in het vizier. ABN AMRO verwacht dat de Riksbank volgende week de rente opnieuw zal verhogen, met 25 of met 50 basispunten, maar dat de Zweedse kroon zal zich pas herstellen wanneer de verhogingscycli van de Fed en de ECB aflopen en zij beginnen te versoepelen. "Wij denken dat zodra de Fed en de ECB hun verhogingscycli beëindigen, de kroon ruimte zal hebben om te herstellen, vooral wanneer de Fed en de ECB beginnen te versoepelen, omdat wij denken dat de Riksbank de rente minder snel zal verlagen", aldus valutaspecialist Georgette Boele van ABN AMRO vrijdag.

Op 9 februari verhoogde de Riksbank de beleidsrente met 50 basispunten tot 3,0 procent om de inflatie terug te beteugelen. Sinds de vergadering van februari bleven de groeicijfers achter bij de verwachtingen, terwijl de inflatiecijfers hoger waren dan verwacht. De CPI-inflatie kwam in februari uit op 12,0 procent en de CPI-index met een vaste rente, de CPIF, op 9,3 procent.

Deze uitkomsten waren lager dan ten tijde van de vergadering van februari, maar nog steeds boven verwachting, en te hoog in vergelijking met haar inflatiemandaat van 2 procent.

Op woensdag 26 april neemt de centrale bank een besluit over het monetaire beleid.

De Britse detailhandelsverkopen liepen in maart met 0,9 procent sterker terug dan verwacht.

De Franse en Duitse economie lieten in de samengestelde inkoopmanagersindices over april een groeiversnelling zien, maar dat viel toe te schrijven aan de opwaartse dynamiek in de dienstensectoren van deze twee landen. Voor de industrie van beiden liepen de indices terug en duidden deze op nog meer krimp dan al was gerapporteerd over maart. Voor de eurozone als geheel was de groei van de economie sterker dan voorzien, maar ook hier moest de industrie meer krimp toestaan.

Op de macro-economische agenda staat voor vandaag alleen de genoemde samengestelde inkoopmanagersindex voor de VS in april in een voorlopige meting van S&P op de agenda. Voor zowel de industrie als de dienstensector wordt een daling verwacht, waarmee de industrie nog meer krimp zou laten zien dan in maart werd vastgesteld.

Sprekers zijn vandaag de Amerikaanse minister van financiën Janet Yellen, Fed-bestuurder Lisa Cook, bestuurder van de Europese Centrale Bank Frank Elderson en de vice-president van de ECB Luis de Guindos.

De euro noteerde vrijdag 0,1 procent lager op 1,0962 dollar. De Europese munt noteerde 0,2 procent hoger op 0,8837 Britse pond. Het Britse pond daalde 0,3 procent en noteerde op 1,2403 dollar. 

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer