De Italiaanse autofabrikant DR Automobiles heeft een boete van 6 miljoen euro ($6,4 miljoen) gekregen voor het misleiden van consumenten over de Chinese herkomst van zijn DR en EVO auto's, aldus de Italiaanse Antitrust Autoriteit (AGCM) op donderdag.

DR is gevestigd in de Zuid-Italiaanse regio Molise en assembleert goedkope auto's, waaronder volledig elektrische modellen, die zijn geproduceerd door de Chinese autofabrikanten Chery, JAC en BAIC, waarbij gebruik wordt gemaakt van onderdelen die door deze bedrijven zijn geïmporteerd.

Volgens de AGCM heeft DR Automobiles auto's die onder de merknamen DR en EVO worden verkocht, misleidend op de markt gebracht als made in Italy-producten, terwijl ze meestal in China worden gemaakt en in Italië voor een klein deel worden afgewerkt en geassembleerd.

DR zei dat het in beroep zou gaan, met als argument dat het nooit heeft beweerd dat zijn auto's volledig in Italië zijn gemaakt. Oprichter Massimo Di Risio noemde de uitspraak ongelooflijk.

"We betwisten het besluit van de AGCM volledig en staan op het punt om het aan te vechten, in de hoop het volledig teniet te kunnen doen," voegde hij eraan toe.

Het bedrijf voegde eraan toe dat het van plan was om de activiteiten in de fabriek in Macchia d'Isernia in Italië uit te breiden met een nieuwe productie-eenheid om nieuwe modellen te helpen ontwikkelen.

Italië heeft onlangs een harde houding aangenomen wat betreft het land van herkomst in de autosector.

Vorige maand verwijderde Stellantis de Italiaanse vlag van de achterbumpers van zijn in Polen geproduceerde Fiat 600, nadat de Italiaanse autoriteiten de autofabrikant er herhaaldelijk van beschuldigden misleidend te zijn over de herkomst van in het buitenland gemaakte voertuigen.

De spanningen tussen China en de Europese Unie lopen ook hoog op als het gaat om de invoer van auto's. De EU is van plan tarieven in te voeren om haar productie te beschermen tegen wat zij oneerlijke Chinese concurrentie op het gebied van elektrische voertuigen noemt.

AGCM zei ook dat de DR Service & Parts-eenheid van het bedrijf niet voldoende reserveonderdelen en after-sales service had aangeboden, waardoor mogelijk de rechten van de consument werden geschonden. De boete had ook betrekking op deze tekortkoming.

Het bedrijf en zijn onderdelenafdeling kregen 60 dagen de tijd om mee te delen welke stappen genomen zijn om de door de autoriteit vastgestelde problemen te verhelpen.

DR zei dat het in de periode na de pandemie last had gehad van verstoringen in de toeleveringsketen, maar dat de situatie nu verbeterd was, met gemiddelde levertijden voor reserveonderdelen van iets meer dan twee dagen in het eerste kwartaal van 2024. (Verslaggeving door Romolo Tosiani en Giulio Piovaccari; Bewerking door Keith Weir)