De sterke toename in beide sectoren aan het einde van het eerste fiscale kwartaal betekende een sterke start van de Indiase economie dit boekjaar, nadat deze vorig jaar met 8,2% was gegroeid - de snelste expansie van alle grote landen - deels onder impuls van de bloeiende verwerkende industrie.
De flash India Composite Purchasing Managers' Index van HSBC, samengesteld door S&P Global, steeg naar 60,9 in juni, vergeleken met de definitieve stand van 60,5 vorige maand.
Dat betekende bijna drie jaar boven het 50-niveau dat groei scheidt van krimp op maandbasis.
"De samengestelde flash PMI steeg in juni, gesteund door stijgingen in zowel de verwerkende industrie als de dienstensector, waarbij de eerstgenoemde een sneller groeitempo liet zien", aldus Maitreyi Das, wereldwijd econoom bij HSBC.
De productie-index steeg sterker van 57,5 in mei naar 58,5, terwijl de dominante dienstensector deze maand licht steeg van 60,2 naar 60,4, wat bijdraagt aan de aanhoudende expansie in India, zelfs nu de wereldeconomie vertraagt.
Dit werd ondersteund door een sterke stijging van zowel de productie als de orders in de verwerkende industrie en door een toename van de activiteiten van dienstverlenende bedrijven.
Nieuwe exportorders namen in juni voor de 22e achtereenvolgende maand toe en bleven robuust, hoewel het tempo iets afnam na de recordgroei van vorige maand.
De robuuste vraag zette bedrijven ertoe aan meer mensen in dienst te nemen, waardoor de totale werkgelegenheid in het snelste tempo steeg sinds april 2006. Bij de fabrikanten werden meer banen gecreëerd dan in de dienstensector.
Het stimuleren van de werkgelegenheid blijft de grootste uitdaging voor de regering van Narendra Modi, die eerder deze maand voor een zeldzame derde termijn werd verkozen, zo bleek uit een peiling van Reuters.
Ondertussen zijn de prijsstijgingen bij bedrijven sinds mei afgenomen, wat een goed voorteken is voor de vooruitzichten voor de detailhandelsinflatie. De stijging van de inputkosten in de dienstensector daalde tot een dieptepunt in vier maanden, terwijl het tempo van de prijsstijgingen die aan klanten in rekening werden gebracht, grotendeels ongewijzigd bleef.
"De inflatie van de inputkosten nam in juni iets af, maar bleef hoog, waarbij panelleden stijgingen van de arbeids- en materiaalkosten noemden. De outputprijsindex wijst erop dat productiebedrijven hogere kosten konden doorberekenen aan klanten," voegde Das eraan toe.
"Het optimisme over de toekomstige productie verzwakte in juni, maar bleef boven het historische gemiddelde.
Hoewel het bedrijfsoptimisme verzwakte tot een dieptepunt in drie maanden, bleven de vooruitzichten voor het komende jaar positief omdat bedrijven een hogere productie verwachten op basis van voorstellen die in de pijplijn zitten, efficiëntiewinsten en prognoses voor gunstige wisselkoersen.
