Holocaustherdenking zegt dat het onwaarschijnlijk is dat beweerde "Auschwitz tatoeagekit" gebruikt werd op Joden

Een gedeeltelijke tatoeagekit die in Israël ter veiling wordt aangeboden als een artefact uit Auschwitz, is hoogst onwaarschijnlijk gebruikt voor Joden in het nazi-concentratiekamp, zo heeft een gerechtelijk onderzoek uitgewezen na verontwaardiging van overlevenden van de Holocaust.

De acht stalen stempels ter grootte van vingernagels, elk bekleed met pinnen om cijfers te vormen, werden vorig jaar aangeboden door een veilingmeester uit Jeruzalem, die ze beschreef als "de meest schokkende van de Holocaust-voorwerpen", met een geraamde prijs van $30.000 tot $40.000.

Maar de districtsrechtbank van Tel Aviv heeft in november een verzoek van overlevenden ingewilligd om de verkoop op te schorten.

Zij heeft het Yad Vashem World Holocaust Remembrance Center in Jeruzalem gevraagd om te proberen de kit te authenticeren voordat de rechtbank beslist of de veiling door kan gaan.

In het resulterende rapport van vijf bladzijden, waarvan Reuters een kopie heeft gezien, staat: "Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat deze matrijzen gebruikt zijn om Joden te tatoeëren, hoewel dit niet met absolute zekerheid kan worden vastgesteld."

Het rapport van Yad Vashem zou donderdag aan de rechtbank worden voorgelegd. Een uitspraak van de rechtbank wordt op een later tijdstip verwacht.

Meer dan 1,1 miljoen mensen, van wie ongeveer 90% Joods, werden gedood in Auschwitz, dat deel uitmaakte van een netwerk van kampen die door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog op bezet Pools grondgebied werden beheerd.

Het Yad Vashem rapport zei dat, hoewel er vanaf eind 1941 matrijzen gebruikt werden om inkt in de linkerbovenborst van gevangenen te steken, waardoor ze met serienummers gemarkeerd werden, de "overgrote meerderheid" van die slachtoffers niet-joodse politieke gevangenen of gevangen genomen troepen waren.

Die methode bleek al gauw omslachtig en werd vervangen door het tatoeëren van de armen van gevangenen met behulp van stiften, aldus het rapport, dat eraan toevoegde dat honderdduizenden Joden dergelijke merktekens kregen, terwijl er slechts "tientallen of honderden" werden genummerd met behulp van stempels.

Inspectie van de geveilde stempels toonde aan dat zij "duidelijk niet regelmatig gebruikt" waren en dat zij schoongemaakt waren, aldus het rapport.

Het suggereerde dat zij dateerden van 1949 - lang na de oorlog - aangezien een begeleidende brochure van de fabrikant in dat jaar was gepubliceerd. Dergelijke stempels waren bedoeld om vee te merken, aldus het rapport.

De veilingmeester, Meir Tzolman, weigerde woensdag een verzoek om een interview met Reuters Television. Eerder zei hij dat hij op de uitspraak van de rechtbank wachtte. Toen hij in november geïnterviewd werd, zei hij dat de stempels gecertificeerd waren als afkomstig uit Auschwitz, maar hij deelde die documentatie niet met Reuters.

(Dit verhaal corrigeert typefout in citaat in paragraaf 5)