Het besluit, van 4 januari en deze week gepubliceerd in het staatsblad, voorziet onder meer in het uitstel van alle nieuwe nationale projecten die sterk afhankelijk zijn van buitenlandse valuta, en verplicht de ministeries om het ministerie van Financiën om goedkeuring te vragen voor uitgaven in buitenlandse valuta.

De ministeries van Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie zijn vrijgesteld, evenals instanties die belast zijn met uitgaven voor gesubsidieerde levensmiddelen en energie.

Tot de niet-essentiële uitgaven behoren reizen, marketing en conferenties, alsook subsidies en opleidingen voor werknemers. Het besluit bevatte geen details over hoeveel geld kon worden bespaard.

De maatregel komt op een moment dat Egypte met een tekort aan buitenlandse valuta blijft kampen ondanks het feit dat het Egyptische pond de afgelopen maanden sterk in waarde is gedaald, zoals vorige week nog het geval was.

Egypte heeft de afgelopen jaren veel uitgegeven aan grote infrastructuurprojecten. Daartoe behoren een nieuwe hoofdstad ten oosten van Caïro en de aanleg van uitgebreide wegen, die de economische activiteit tijdens de COVID-19 pandemie hebben ondersteund, maar ook op kritiek zijn gestuit.

Toen Egypte begin 2021 onder financiële druk kwam te staan, legde de centrale bank beperkingen op aan de financiering van de invoer, waardoor in de havens een grote achterstand ontstond.

Het terugdraaien van de beperkingen was een belangrijke voorwaarde van een financieel steunpakket van 46 maanden van het Internationaal Monetair Fonds dat in december werd bevestigd. Een grotere flexibiliteit van de wisselkoers was een andere voorwaarde van de IMF-overeenkomst.