Ambtenaren van de Federal Reserve zijn nog niet klaar om te zeggen dat de inflatie op weg is naar de doelstelling van 2% van de Amerikaanse centrale bank, nadat gegevens vorige week een welkome verlichting van de druk op de consumentenprijzen in april lieten zien.
Raphael Bostic, voorzitter van de Atlanta Fed, zei maandag dat het nog wel even zal duren voordat de Federal Reserve er zeker van is dat de inflatie weer op weg is naar haar doel.
"De vraag is nu wanneer we er zeker van kunnen zijn dat de inflatie weer duidelijk op weg is naar 2%. Ik denk dat het nog wel even duurt voordat we dat zeker weten," zei Bostic in een interview met Bloomberg Television.
Tijdens een toespraak op de Mortgage Bankers Association conferentie in New York zei Philip Jefferson, vicevoorzitter van de Fed, dat het nog te vroeg is om te zeggen of de recente vertraging in het desinflatoire proces van lange duur zal zijn.
De euro noteerde 0,05% lager ten opzichte van de dollar op $1,0863. Ten opzichte van de yen steeg de dollar met 0,4% naar 156,26 yen.
Uit gegevens van vorige week bleek dat de Amerikaanse consumentenprijzen in april minder stegen dan verwacht, waardoor de markten uitgingen van 50 basispunten Fed-renteverlagingen dit jaar.
Met vandaag weinig economische cijfers op de kalender, hielden de meeste belangrijke valutapairs maandag vast aan krappe trading ranges.
"Ik denk dat na de CPI van vorige week de FX-markt op dit moment een katalysator mist," zei Michael Brown, marktanalist bij online broker Pepperstone in Londen.
"Hoewel de agenda van het FOMC (Federal Open Market Committee) weer ontzettend druk is, lijkt het erop dat er in dit stadium weinig nieuwe informatie is die sprekers kunnen toevoegen, vooral omdat de reactiefunctie zo goed is aangegeven, een nieuwe verhoging zo goed als uitgesloten is, en er op zijn minst nog een paar veelbelovende inflatiecijfers nodig zijn om het vereiste vertrouwen te geven dat de inflatie terugkeert naar 2% voordat de eerste verlaging kan worden doorgevoerd," zei Brown.
Deze week worden de economische peilingen voor de eurozone, Duitsland, het VK en de Verenigde Staten verwacht.
De euro bleef niet ver verwijderd van de hoogste stand van $1,0895 die het vorige week bijna twee maanden bereikte. De euro is tot nu toe in mei met 1,8% gestegen, gestimuleerd door een daling van de dollar als gevolg van zwakkere Amerikaanse groei- en inflatiecijfers en een aantrekkende economie in de eurozone.
Omdat de Japanse yen vandaag zwakker was, bleven traders alert op tekenen van overheidsingrijpen. De valuta bewoog zich de afgelopen handelsdagen binnen nauwe marges na een tumultueus begin van mei in het kielzog van vermeende rondes van valuta-interventies door Tokio om de yen overeind te houden.
Sterling steeg vandaag met 0,07% op $1,2711, na een hoogste punt in twee maanden te hebben bereikt op $1,27255, in de aanloop naar een Brits inflatierapport dat woensdag verschijnt.
De Australische dollar was 0,3% lager op $0,6671. De Aussie is deze maand met 3% gestegen door de hoge Australische inflatie. De zwakte van de aan grondstoffen gekoppelde valuta op maandag, ondanks de sterke grondstoffenprijzen, is een slecht voorteken voor de kortetermijnvooruitzichten voor de Australische dollar, zei Brown van Pepperstone.
"(De zwakte) op een dag met grondstoffen die rallyen en aandelen die solide genoeg zijn, (is) misschien een kanarie in de kolenmijn voor antipodeaanse stieren," zei Brown.
In cryptocurrencies stond bitcoin vandaag 2,7% hoger op $68.715, een nieuw hoogste punt in vijf weken.
