Indonesië, 's werelds grootste palmolieproducent, verscheepte 1,89 miljoen ton palmolieproducten in januari en 1,01 miljoen ton in februari, onder het maandelijkse gemiddelde van het afgelopen jaar en het niveau van een jaar geleden, zei Bambang Wisnubroto, ambtenaar van het Ministerie van Handel.
De vraag naar palmolie werd getroffen door minder concurrerende prijzen in vergelijking met rivalen zoals soja- en canolaolie, zei Bambang.
"Onder deze omstandigheden zouden importerende landen de voorkeur geven aan andere eetbare oliën," zei hij tijdens een wekelijkse overheidsvergadering over inflatie die online werd uitgezonden.
De zwakkere export kan gevolgen hebben voor de armere Indonesische consumenten, omdat het kan leiden tot een lagere verplichte verkoop voor het goedkope bakolieprogramma van de overheid, waarschuwden Bambang en een presidentiële functionaris tijdens de vergadering.
Onder de Indonesische binnenlandse marktverplichting (DMO) krijgen bedrijven exportquota toegewezen op basis van de hoeveelheid die ze aan de DMO leveren, waarbij de exportquota zijn vastgesteld op vier keer de DMO-quota.
De regering streeft naar een maandelijkse verkoop van 300.000 ton palmolie onder de DMO-regeling.
Bedrijven hebben ongeveer 5,58 miljoen ton aan uitstaande exportquota, wat gelijk staat aan ongeveer 2-1/2 maand export, zo blijkt uit gegevens van het Ministerie van Handel. Een lagere export kan betekenen dat er minder palmolie aan de DMO wordt geleverd, omdat er minder exportquota nodig zijn.
Edy Priyono, een ambtenaar bij het Executive Office of the President, stelde voor om de toewijzing aan de DMO te veranderen in een deel van de productie, in plaats van het te koppelen aan exportquota.
"Er zal een discussie worden gestart over de vraag of de DMO-regeling, die tot nu toe aan de export is gekoppeld, zo moet blijven of dat het mogelijk is om te proberen het aan de productie te koppelen," zei hij.
