De centrale bank van Argentinië heeft donderdag haar referentierentevoet met acht procentpunten verhoogd tot 60%, de zevende verhoging dit jaar alleen, in een nieuwe poging om de stijgende inflatie te beteugelen terwijl het land gebukt gaat onder een steeds diepere economische crisis.

De zogenoemde Leliq-rente die door de monetaire autoriteit van het land is vastgesteld, bedroeg voorheen 52%, maar analisten verwachten dat de inflatie dit jaar meer dan 80% kan bedragen nu de regeringscoalitie wordt geteisterd door groeiende interne verdeeldheid over de uitgaven en de streng gecontroleerde wisselkoers.

Een referentierentevoet boven het inflatiepercentage is een van de punten die Argentinië en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zijn overeengekomen, als onderdeel van de schuldherstructureringsovereenkomst van 44 miljard dollar die de geldschieter afgelopen maart met het Zuid-Amerikaanse land heeft gesloten.

De centrale bank kondigde onlangs de invoering aan van een rentebereik om een reële positieve rente voor de economie te bereiken. Deze ligt momenteel tussen 55% en 70%, volgens economen en handelaren die door Reuters zijn ondervraagd. (Verslaggeving door Walter Bianchi; Schrijven door Valentine Hilaire; Redactie door Christian Plumb en Alistair Bell)