Een Russische rechtbank heeft bepaald dat de vordering van staatslener VTB voor 112,6 miljoen euro ($122,1 miljoen) van haar voormalige Europese dochteronderneming moet worden betaald, zo bleek vrijdag uit rechtbankarchieven.

VTB spande in september een rechtszaak aan om de schuld van de voormalige dochteronderneming, die nu OWH SE heet, terug te vorderen en vroeg voorlopige maatregelen aan die volledig werden toegekend, wat de Russische rechtbank ertoe bracht om de effecten die eigendom waren van OWH te bevriezen.

De in Frankfurt gevestigde VTB Bank (Europe) SE, die vanwege sancties al door toezichthouders was afgeschermd en sinds vorig jaar in liquidatie was, is omgedoopt tot OWH SE, zei haar Chief Executive Officer Frank Hellwig vorige maand.

VTB weigerde commentaar te geven. OWH reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.

In april 2022, na het opleggen van westerse sancties vanwege de Russische acties in Oekraïne, mocht VTB in Europa geen instructies meer aannemen van de moederbank en werden haar activa afgesneden.

De Duitse toezichthouder BaFin zei dat de maatregelen hadden geresulteerd in een volledige afscherming van de dochteronderneming van haar moedermaatschappij.

Het liquidatieproces van de dochteronderneming zal naar verwachting enkele jaren duren. ($1 = 0,9222 euro) (Verslag van Elena Fabrichnaya; geschreven door Alexander Marrow; bewerkt door Kirsten Donovan)