De AIB S&P Global manufacturing Purchasing Managers' Index (PMI) bleef in december onveranderd na een daling in november naar 48,7 ten opzichte van 51,4 in oktober. Elke meting onder de 50 wijst op een inkrimping van de activiteit.

Ondanks een lichte verbetering van de orders uit het buitenland, daalde het totaal aantal orders naar een subindex van 43,2, nadat deze negen maanden geleden, toen de oorlog van Rusland tegen Oekraïne begon, nog op 60,9 stond. De eerste COVID-19 lockdown buiten beschouwing gelaten, was de stand van december de laagste sinds 2009.

De Ierse fabrieken zijn niettemin beter bestand gebleken tegen de kosten van levensonderhoud in heel Europa en het was het enige lid van de eurozone dat door de PMI werd gemeten en waar de industrie tot twee maanden geleden nog groeide.

De druk op de toeleveringsketens nam in december verder af: slechts 12% van de bedrijven meldde langere levertijden voor leveranciers. Dat leidde tot de traagste ronde van de inflatie van de inputprijzen sinds februari 2021.

De inputprijzen waren nog steeds hoog en ook de outputprijsinflatie bleef hoog en versnelde in december.

De Ierse binnenlandse economie kromp van juli tot september met 1,1% k-o-k van het kwartaal, zo bleek onlangs uit gegevens, maar het ministerie van Financiën gaat nog steeds uit van een groei van 7,7% voor heel 2022 na een snelle expansie eerder in het jaar.