De desinflatie in de eurozone blijft op koers en de laatste cijfers van deze week bevestigen dat de Europese Centrale Bank ruimte heeft om de rente verder te verlagen, aldus Alfred Kammer, directeur van de Europese afdeling van het Internationaal Monetair Fonds.

De ECB verlaagde de rente begin juni om een snelle daling van de inflatie te erkennen, maar deed geen toezeggingen over verdere stappen met het argument dat een terugkeer naar haar doelstelling van 2% volgend jaar nog niet verzekerd was.

Kammer leek meer ontspannen, ondanks een relatief sterke groei van de dienstenprijzen met 4,1% vorige maand, die enige bezorgdheid wekt dat de binnenlandse inflatie op een hoog niveau zou kunnen blijven steken.

De gegevens, waaronder de inflatiecijfers van juni, bevestigen de vooruitzichten en geven aan dat de desinflatie nog steeds in grote lijnen overeenkomt met onze verwachtingen," vertelde Kammer aan Reuters in de marge van een conferentie, verwijzend naar de gegevens van dinsdag.

"Dat betekent dat we bij ons beleidsadvies aan de ECB blijven, namelijk dat ze de beleidsrente geleidelijk moet blijven verlagen," zei hij.

Deze vooruitzichten geven de ECB ruimte om haar depositorente van 3,75% te verlagen naar 2,5%, of een "neutrale stand" tegen het derde kwartaal van 2025, zei Kammer.

De markten zien de depositorente pas in het derde kwartaal naar 2,75% dalen, dus het IMF pleit voor een iets snellere versoepelingscyclus dan beleggers nu verwachten.

Hoewel beleidsmakers zich zorgen maken dat de lonen nog steeds te snel stijgen en de prijzen onder druk zullen zetten, stelde Kammer dat de arbeidsmarkt al aan het verzachten is en dat dit zal helpen om de prijzen af te koelen.

"We zien nu al dat de arbeidsmarkt versoepelt," zei hij. "We zien dat in een aantal landen en dat geeft aan dat het restrictieve monetaire beleid de totale vraag drukt." (Verslaggeving door Balazs Koranyi Bewerking door Tomasz Janowski)