Gruenberg, die samen met zijn collega-topambtenaren van de Federal Reserve en het U.S. Office of the Comptroller verscheen, herhaalde zijn verontschuldigingen aan het personeel en aanvaardde zijn verantwoordelijkheid voor het leiden van een organisatie die jarenlang ernstig wangedrag ongecontroleerd had laten gaan.
In opeenvolgende rondes van ondervragingen gaf Gruenberg opnieuw blijk van zijn berouw en zijn belofte om "fundamentele structurele veranderingen" door te voeren.
"We moeten het good old boys network doorbreken dat een belemmering vormt voor werknemers om naar voren te komen en melding te maken van mishandeling," zei Gruenberg.
Gruenberg werd woensdag tijdens zijn getuigenis voor een panel van het Huis geconfronteerd met urenlange boze beschuldigingen van wetgevers van beide grote partijen. Republikeinen hebben het aftreden van Gruenberg geëist, maar hebben weinig nieuwe informatie losgekregen buiten wat al algemeen bekend was.
Een extern onderzoek naar de cultuur op de werkvloer dat vorige week werd gepubliceerd, leverde een vernietigend en lang rapport op over een giftige werkomgeving bij de hoogste toezichthouder op het gebied van bankieren, waar het personeel jarenlang te maken had gehad met seksuele intimidatie en zelfs aanranding, rassendiscriminatie en pesterijen, maar terecht bang was voor vergelding als ze hun beklag deden bij een organisatie die zich verzet tegen verandering.
Aanleiding voor het onderzoek was een onthulling in The Wall Street Journal in november, die ook aanleiding was voor onderzoeken door de inspecteur-generaal van de FDIC en wetgevers van het Huis.
Het ontslag van Gruenberg zou onmiddellijk een groot deel van de agenda van president Joe Biden voor de regulering van de financiële markten in gevaar brengen doordat de besluitvorming in de raad van bestuur van de FDIC vastloopt.
De FDIC werkt samen met de Federal Reserve en het Office of the Comptroller of the Currency aan verschillende lopende regelgevingsprojecten, met name een ingrijpende herziening van de manier waarop banken risico's meten, die de kapitaalvereisten voor grote banken aanzienlijk zou verhogen. (Verslaggeving door Douglas Gillison; Bewerking door Chizu Nomiyama)
