In een poging om de openbare opslagcapaciteit te vergroten, kondigde het voedselvoorzienings- en statistiekbureau Conab een verhoging van 34% aan van de vergoedingen die het zal betalen aan door de overheid erkende opslagbedrijven, de eerste verhoging in zes jaar.

Het beleid betekent een scherpe ommekeer ten opzichte van het standpunt van de vorige regering, die het aanleggen van voedselvoorraden nooit als een optie beschouwde.

"We gaan terug naar het aanleggen van openbare voorraden, wat essentieel is om de voedselinflatie te bestrijden," zei Conab-voorzitter Edegar Pretto in een verklaring. "Daarvoor moeten we eerst het geaccrediteerde [pakhuis]netwerk van Conab uitbreiden."

Conab zei dat de details van het nieuwe beleid, inclusief de toewijzing van budgetten, mechanismen voor de aankoop van voedsel en de betrokken basisvoedingsmiddelen, op een later tijdstip door het Ministerie van Landbouw zullen worden aangekondigd.

Pretto zei dat de eigen magazijnen van Conab en die van geaccrediteerde derde partijen hierbij betrokken zullen worden.

Het nieuwe beleid komt op een moment dat veel landen zich zorgen maken over de gevolgen van de hoge voedselprijzen voor de consument.

In Frankrijk heeft de regering van 75 voedingsbedrijven de toezegging gekregen om de prijzen van honderden producten te verlagen. In het Verenigd Koninkrijk heeft de regering plannen laten varen om supermarkten te vragen een vrijwillig prijsplafond in te stellen voor basisproducten, na een reactie van detailhandelaren.

In het algemeen is het aanleggen van voedselvoorraden gebruikelijker in landen waar de voedselproductie onvoldoende is.

Brazilië is een grote producent en exporteur van sojabonen, maïs, koffie, suiker, kip en rundvlees, maar heeft een chronisch opslagtekort.

De Braziliaanse graanproductie in de zomer van 2023 is voor het eerst in 20 jaar groter dan de opslagcapaciteit.

Historisch gezien koopt de overheid granen zoals maïs wanneer de prijzen een bepaalde minimumdrempel bereiken.