De neergang van de bedrijvigheid in de eurozone is deze maand afgenomen, maar een verbetering van de vooruitzichten voor de verwerkende industrie werd gedeeltelijk tenietgedaan door een sterkere daling in de dominante dienstensector van het blok, zo bleek woensdag uit een enquête.

De voorlopige samengestelde PMI van HCOB, samengesteld door S&P Global, steeg van 47,6 in december naar 47,9 deze maand, net onder de verwachtingen in een peiling van Reuters voor 48,0, maar markeerde de achtste maand onder het niveau van 50 dat groei scheidt van krimp.

"Het begin van het jaar brengt positief nieuws voor de eurozone, aangezien de verwerkende industrie een wijdverspreide afzwakking ervaart van het neerwaartse traject van het afgelopen jaar," zei Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij Hamburg Commercial Bank.

"In de dienstensector is de productiekrimp momenteel gematigd, net als in het vierde kwartaal van vorig jaar."

Er waren aanwijzingen dat de inflatie weer toenam, met zowel stijgende input- als outputprijsindexen. De index van de afzetprijzen steeg van 53,8 naar 54,2, het hoogste cijfer sinds mei vorig jaar.

Dat zal de beleidsmakers van de Europese Centrale Bank waarschijnlijk teleurstellen, want zij willen de inflatie graag terugbrengen naar hun doelstelling van 2%.

"In de voortdurende discussie over de optimale timing van renteverlagingen door de ECB, sluiten de prijsindicatoren van de PMI aan bij het sentiment van de haviken," aldus de la Rubia.

De PMI voor de dienstensector daalde van 48,8 in december naar een dieptepunt van 48,4 in drie maanden, waarmee de verwachtingen in een peiling van Reuters voor een stijging naar 49,0 werden gelogenstraft.

Het optimisme over het komende jaar verbeterde echter en de bedrijfsverwachtingsindex steeg van 58,3 naar 59,8. De index was voor het laatst hoger in mei. Deze was voor het laatst hoger in mei.

De productieactiviteit, die volgens de PMI sinds juli 2022 krimpt, daalde deze maand opnieuw, zij het in een minder hoog tempo. De hoofdlezing veerde op van 44,4 naar 46,6, ruim boven de opiniepeiling voor 44,8.

Een index die de productie meet en die als basis dient voor de samengestelde PMI steeg ook van 44,4 naar 46,6.

Hoewel fabrieken het aantal werknemers opnieuw verminderden, deden ze dat in een minder hoog tempo, wat erop wijst dat het dieptepunt wellicht voorbij is. De werkgelegenheidsindex steeg van 46,7 naar 47,0.