De ECB hield de rentetarieven donderdag op een recordhoogte, maar gaf aan dat ze deze binnenkort zou kunnen gaan verlagen als de gegevens blijven wijzen op desinflatie.

Beleidsmakers van de ECB die na de vergadering spraken, zeiden dat ze dachten dat ze tijdens hun vergadering van 6 juni zouden overgaan tot een renteverlaging van 25 basispunten, net zoals velen van hen de afgelopen weken hadden gesuggereerd.

Elke loonindicator wijst in de goede richting, de groei is zwak en de inflatie is duidelijk afgekoeld, wat een verlaging van de recordhoge depositorente van 4% rechtvaardigt, aldus de beleidsmakers.

Een woordvoerder van de ECB gaf geen commentaar.

Maar het verdere verloop was onzekerder geworden na een sterker dan verwachte Amerikaanse inflatiestand op woensdag, die sommige beleidsmakers "wakker geschud" had in de woorden van een bron en een belangrijke rol speelde in de discussie van donderdag.

Hoewel het besluit van juli niet expliciet werd besproken, voerden sommige beleidsmakers aan dat een vertraagde start van de eigen verlagingscyclus van de Fed voorzichtigheid van de ECB rechtvaardigde, aldus de bronnen.

Zij dachten dat de centrale bank van de eurozone een renteverlaging halverwege de zomer kon overslaan totdat zij zich op haar gemak voelde met het pad van de Amerikaanse leenkosten.

Anderen benadrukten dat de VS zich in een heel andere positie bevond dan de eurozone, zowel wat betreft de economische cyclus als het begrotingsbeleid.

Beleidsduiven die donderdag al een renteverlaging hadden gewild, houden vast aan de hoop dat ze er een krijgen op de vergadering van 18 juli, als vervolg op de goed aangekondigde stap van juni.

ECB-president Christine Lagarde benadrukte donderdag tijdens een nieuwe conferentie dat de inflatie in de Verenigde Staten en de eurozone "niet hetzelfde" is en dat de ECB niet "Fed-afhankelijk" is.

De ECB zei in een verklaring dat het "gepast" zou zijn om de rente te verlagen als de inflatie, met inbegrip van de onderliggende maatstaven daarvoor, en de financieringsvoorwaarden haar meer vertrouwen geven in het bereiken van haar doelstelling van 2%, maar de ECB legde zich "niet vast op een bepaald rentepad".