De Europese Unie is van plan om de fossiele brandstoffenindustrie op te roepen om mee te betalen aan de bestrijding van klimaatverandering in armere landen in het kader van een doelstelling van de Verenigde Naties, zo blijkt uit een ontwerpdocument, terwijl de naties zich voorbereiden op besprekingen dit jaar over een mondiale financieringsdoelstelling.

De VN-klimaatonderhandelingen van dit jaar in Bakoe, Azerbeidzjan, in november, zijn de deadline voor landen om een nieuw doel overeen te komen over hoeveel rijke, geïndustrialiseerde landen armere landen moeten betalen om zich aan te passen aan de ernstigste gevolgen van een hetere wereld.

Gezien de stijgende kosten van dodelijke hittegolven, droogtes en een stijgende zeespiegel, zal het nieuwe doel voor klimaatfinanciering naar verwachting veel hoger zijn dan de bestaande toezegging van de V.N. aan rijke landen om vanaf 2020 $100 miljard per jaar te besteden, een doel dat ze niet op tijd hebben gehaald.

Uit een ontwerpverklaring voor een vergadering van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken later deze maand blijkt dat het blok van 27 landen ervoor zal pleiten dat de olie- en gassector ook een bijdrage moet leveren.

De ontwerpverklaring van de EU, waarin de prioriteiten van het blok voor klimaatdiplomatie dit jaar worden uiteengezet, kan nog veranderen voordat de ministers van Buitenlandse Zaken deze later deze maand moeten goedkeuren.

"Erkennend dat overheidsfinanciering alleen niet kan voorzien in de hoeveelheid die nodig is voor het nieuwe doel, moeten aanvullende, nieuwe en innovatieve financieringsbronnen uit een breed scala aan bronnen, waaronder de fossiele brandstoffensector, worden geïdentificeerd en benut," aldus de door Reuters ingeziene ontwerpverklaring.

De landen moeten in Bakoe beslissen of het nieuwe doel voor klimaatfinanciering alleen overheidsfinanciering zal omvatten, of ook de privésector en internationale instellingen zal aantrekken, om te proberen aan de snelgroeiende behoeften van ontwikkelingslanden te voldoen.

De OESO heeft gezegd dat de daadwerkelijke klimaatinvesteringsbehoeften van arme landen tegen 2025 kunnen oplopen tot 1 biljoen dollar per jaar.

Wopke Hoekstra, hoofd klimaatbeleid van de EU, heeft gezegd dat hij zal proberen steun te krijgen voor internationale belastingen op fossiele brandstoffen. Maar de weg naar zo'n overeenkomst is steil, gezien de brede steun die nodig is voor een wereldwijde maatregel.

Besprekingen in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) vorig jaar over een CO2-emissieheffing voor de scheepvaart werden tegengewerkt door landen als China. De IMO-onderhandelingen worden deze maand voortgezet.

In het ontwerpdocument staat ook dat de EU zal blijven eisen dat grote opkomende economieën en economieën met een hoge CO2-uitstoot en rijkdom per hoofd van de bevolking - zoals China en landen in het Midden-Oosten - meebetalen aan de nieuwe klimaatfinancieringsdoelstelling van de VN.

Peking heeft zich hier tijdens eerdere klimaatbesprekingen in de V.N. fel tegen verzet. De vraag welke landen moeten betalen zal naar verwachting een belangrijk onderwerp zijn op de COP29 klimaattop van dit jaar. (Verslaggeving door Kate Abnett; Bewerking door Alexander Smith)