China's niet-fossiele energiebronnen zijn nu goed voor meer dan 50% van de totale geïnstalleerde capaciteit voor elektriciteitsopwekking, aldus de staatsmedia Xinhua op maandag, die zich baseren op een ambtenaar van de Nationale Hervormings- en Ontwikkelingscommissie.

Niet-fossiele energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, zijn goed voor 50,9% van de totale geïnstalleerde capaciteit van het land, wat de vervroegde voltooiing betekent van een overheidsdoelstelling die in 2021 werd voorgesteld en waarbij de hernieuwbare capaciteit tegen 2025 de fossiele brandstofcapaciteit zou overschrijden.

Eind 2022 bedroeg de geïnstalleerde stroomopwekkingscapaciteit van China 2.564,05 GW, volgens gegevens van het National Bureau of Statistics (NBS).

China heeft de afgelopen jaren aanzienlijke middelen besteed aan de bouw van hernieuwbare energiecapaciteit, door grote wind-, zonne- en waterkrachtcentrales te bouwen in het westen van het land, in een poging om vóór 2030 een piek in koolstofemissies te bereiken.

Door inconsequent gebruik van de bronnen blijft de energieconsumptiemix van China echter gericht op fossiele brandstoffen, voornamelijk steenkool.

Steenkool was vorig jaar goed voor 56,2% van het totale energieverbruik, tegenover 25,9% uit hernieuwbare energiebronnen waaronder kernenergie, zo bleek uit de gegevens van de NBS.