De belangrijkste Spaanse beursindex, de Ibex-35, begon de week met een bearish toon die werd veroorzaakt door nervositeit over de inflatiecijfers die in de loop van de week zullen verschijnen, terwijl het resultatenseizoen in de Verenigde Staten aan zijn laatste druppel begint en de markten afstevenen op de zomerstilte.

Na het gemengde Amerikaanse banenrapport van afgelopen vrijdag, dat een gematigd groeiende arbeidsmarkt liet zien (187.000 banen toegevoegd, tegen schattingen van 200.000) maar nog steeds met een tekort aan arbeidskrachten, richt de aandacht zich nu op de inflatieresultaten van de twee grootste economieën ter wereld.

Woensdag komt China met zijn inflatierapport. Beleggers zijn hongerig naar meer ondersteunende maatregelen van een Peking dat zijn kaarten nog moet laten zien, met analisten die een deflatoire lezing in juli verwachten nadat de consumentenprijzen in juni stagneerden.

Op donderdag is het de beurt aan de Amerikaanse inflatie, waar wordt gewed op een lichte stijging van zowel de nominale inflatie (tot 3,3% j/j) als, nog belangrijker, de kerninflatie (tot 4,7% j/j).

Op macroniveau zien we maandag de Sentix vertrouwensindex voor de eurozone.

Om 07:08 GMT op maandag stond de Spaanse selectieve beursindex Ibex-35 10,90 punten of 0,12% lager op 9.357,50 punten, terwijl de FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen 0,11% lager stond.

In de banksector verloor Santander 0,48%, BBVA steeg 0,49%, Caixabank ging 0,35% vooruit, Sabadell steeg 0,55%, Bankinter steeg 0,60% en Unicaja Banco steeg 0,10%.

Onder de grote niet-financiële aandelen daalde Telefónica 0,17%, Inditex daalde 0,56%, Iberdrola verloor 0,19%, Cellnex daalde 0,66% en oliemaatschappij Repsol steeg 0,69%.

(Informatie door José Muñoz; bewerkt in het Spaans door Flora Gómez)