De Europese Centrale Bank (ECB) zal om 1215 GMT haar besluit bekendmaken, in wat haar eerste verruimende stap zal zijn sinds 2019, en vanaf 1245 GMT zal haar topbeleidsmaker, Christine Lagarde, aanwijzingen geven over de volgende stappen van de instelling.
"(...) Wij denken dat het een havikistische verlaging zal zijn, waarbij Lagarde naar verwachting zal waarschuwen dat dit niet het begin zal zijn van verdere versoepeling op volgende ECB-vergaderingen, en zonder zich vast te leggen op een vooraf bepaald tempo van verdere verlagingen," zei makelaar Renta 4.
Deze analisten wijzen erop dat de volgende beslissingen van de ECB zullen afhangen van de macro-economische gegevens die binnenkomen, "in een context waarin de meest recente inflatiegegevens moeite hebben om te blijven dalen in de richting van de doelstelling van 2% (...)", in een scenario van verbetering in de economische cyclus waarin "de Fed haar eerste renteverlaging heeft uitgesteld tot na de zomer en de inflatiedruk in de dienstensector, de lonen en de energiesector (geopolitiek) nog steeds voelbaar is".
Naast haar besluit over de rentetarieven zal het orgaan onder voorzitterschap van Lagarde haar macro-economische prognoses bijwerken, met prognoses voor de groei van het BBP en de consumentenprijsindex.
Na de ECB-vergadering zal de aandacht snel uitgaan naar het Amerikaanse werkgelegenheidsrapport dat vrijdag verschijnt en dat de komende beslissingen van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) zou kunnen beïnvloeden.
De cijfers over de banengroei in de particuliere sector (de ADP-index), die soms als leidraad dienen voor de trend van het volledige rapport van vrijdag, lieten een afkoeling van de arbeidsmarkt zien.
De ADP-enquête-indicator heeft echter een vlekkerige staat van dienst als voorspeller van officiële gegevens van het ministerie van Arbeid. Momenteel voorspelt een peiling van Reuters dat er in mei 185.000 banen zullen bijkomen.
Tegen deze achtergrond steeg de Spaanse IBEX 35 om 07:02 GMT op donderdag met 25,20 punten, of 0,22%, naar 11.378,30 punten, terwijl de FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen met 0,53% steeg.
In de banksector steeg Santander met 0,11%, BBVA met 0,21%, Caixabank met 0,56%, Sabadell met 0,40%, Bankinter met minimale wijzigingen en Unicaja Banco met 1,17%.
Onder de grote niet-financiële aandelen daalde Telefónica met 0,18%, steeg Inditex met 0,26%, daalde Iberdrola met 0,32%, steeg Cellnex met 0,49% en steeg oliemaatschappij Repsol met 0,41%.
(Informatie door Tomás Cobos; bewerkt door Javi West Larrañaga)