Net als Coca-Cola en McDonald's, die beide aan bod kwamen in deze analyserubriek, bevestigt Unilever het beursadagium.

De eigenaar van Dove (zeep), Signal (tandpasta), Knorr (soep) en Miko (ijs) zag zijn omzet met 7 % stijgen – wisselkoersschommelingen buiten beschouwing gelaten - tussen het eerste kwartaal van vorig jaar en het eerste kwartaal van dit jaar. Alle geografische gebieden laten groei zien. De omzet stijgt ondanks een sterke dollar, wat nadelig is voor een bedrijf dat sterk blootgesteld is aan opkomende markten. Deze zijn immers goed voor 60 % van de verkoop.

Eén kanttekening: de afgelopen twee jaar heeft Unilever volledig vertrouwd op prijsverhogingen om de stabiliteit van zijn resultaten te handhaven. De volumes nemen echter af. Er is dringend behoefte om het imago van sommige merken op te poetsen, vandaar een verhoogd marketingbudget. Dit zal evenwel druk uitoefenen op de marges.

Hoewel Unilevers onmiskenbare 'pricing power' moet worden geprezen - de afgelopen twee jaar zijn de prijzen gemiddeld met 25 % gestegen - ontslaat dit de nieuwe bedrijfsleiding niet van de taak om de diepgaande transformatie van de merkenportefeuille verder te zetten.

Het bedrijf komt uit een moeilijke periode na het mandaat van Alan Jope, die vorige zomer werd vervangen door Hein Shumarer. Van hem, een voormalig topman van Heinz, wordt verwacht dat hij verschillende activa gaat afstoten, volgens het model dat bijzonder succesvol is gebleken voor P&G.

Helaas vindt deze strategische herziening plaats in een context van fusies en acquisities die veel minder gunstig is dan enkele kwartalen geleden.