Oostenrijk probeert Raiffeisen Bank International, de grootste westerse bank in Rusland, van een Oekraïense zwarte lijst te krijgen in ruil voor het goedkeuren van nieuwe sancties van de Europese Unie tegen Rusland, aldus twee mensen die bekend zijn met de situatie.

Oostenrijk en de bank willen van een Oekraïense lijst met de naam "internationale sponsors van de oorlog" gehaald worden - die erop gericht is om bedrijven die zaken doen in Rusland en de oorlogsinspanningen steunen door bijvoorbeeld belasting te betalen, aan de schandpaal te nagelen.

De laatste stap onderstreept de diepe economische band van Oostenrijk met Rusland, de vastberadenheid van de bank om haar winstgevende activiteiten daar te behouden en een afnemend westers streven om Moskou te isoleren.

Eerder in oktober bekritiseerde de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, Alexander Schallenberg, die zwarte lijst openlijk als willekeurig tijdens een bijeenkomst van Europese ministers in Kiev, aldus een persoon die op de hoogte was van die besprekingen.

Raiffeisen is het enige Oostenrijkse bedrijf op de lijst.

Oostenrijkse functionarissen hebben hun bezorgdheid over de lijst in Brussel kenbaar gemaakt aan Europese functionarissen, onder andere tijdens bijeenkomsten van EU-ambtenaren en -diplomaten in de afgelopen weken, aldus drie mensen die van de zaak op de hoogte zijn.

Gezanten van de bank hebben een ontmoeting gehad met vertegenwoordigers van het Oekraïense Nationaal Agentschap ter Voorkoming van Corruptie, dat de lijst opstelt, om te bespreken hoe de groep van de lijst kan worden gehaald, zeiden mensen die bekend zijn met de zaak.

Een woordvoerder van de Oostenrijkse kanselarij zei dat de juridische documenten met betrekking tot de EU-sancties dinsdag waren gepresenteerd, en weigerde verder commentaar te geven.

Sommige bedrijven zijn van de lijst gehaald, waaronder de Hongaarse OTP Bank, een stap die Oostenrijkse functionarissen en de bank boos maakte.

"We vinden het oneerlijk dat we op de lijst staan," zei een woordvoerder van de bank. (Aanvullende rapportage door Julia Payne; geschreven door John O'Donnell; bewerkt door David Evans)